Raak [EXIT] aan om te eindigen.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld.
•
De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren.
Aantekening
•
Als [
] of [
] ingesteld is, zal een focusvoorspelling binnen een mogelijk bereik uitgevoerd
worden om de burst-snelheid prioriteit te verlenen. Als u dus probeert om een snel bewegend
voorwerp te fotograferen, dan kan het moeilijk zijn het onderwerp scherp te stellen of kan dit
lang duren.
•
In de Intelligente automatisch functie kan alleen [
worden.
•
In [H. GEVOELIGH.] in Scènefunctie kan alleen [
•
De burst-snelheid kan lager worden terwijl de foto's met de instelling [
worden.
•
Als [
] of [
] geselecteerd is, worden voor iedere burst-opname het brandpunt, de
belichting en de witbalans bijgesteld.
De Live view display wordt gebruikt i.p.v. Auto Review display tijdens de burst.
•
Opname wordt uitgevoerd door de elektronische ontspanner wanneer [
geselecteerd is, zodat het gemaakte beeld verdrongen zou kunnen lijken.
•
Als [
] [
] of [
10
40
60
de instellingen van het eerste beeld vastgezet worden. Afhankelijk van veranderingen in de
helderheid van het onderwerp zou de opname vanaf het tweede beeld helderder of donkerder
kunnen zijn.
•
Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3.
•
Als u een bewegend onderwerp volgt terwijl u beelden maakt op een plek (landschap) binnen,
buiten enz. waar er een groot verschil is tussen het licht en de schaduw, zou de belichting niet
optimaal kunnen zijn.
•
De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de opname-omgeving
zoals op donkere plaatsen of als de ISO-gevoeligheid hoog is, enzovoort.
•
De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
•
Als u opnamen maakt met de burstfunctie op het ingebouwde geheugen zal het overschrijven
van de gegevens even duren.
•
[Œ] is ingesteld voor de flits wanneer burst ingesteld is.
•
Auto Bracket wordt geannuleerd wanneer Burst ingesteld is.
•
U kunt de burst-functie niet gebruiken in [PANORAMA ASSIST], [NACHTOP. UIT HAND],
[FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [SPELDENPRIK] en [FOTO FRAME] in
de Scènefunctie.
•
U kunt [STABILISATIE] niet op [AUTO] of [MODE2] instellen als de burst-functie ingesteld is.
•
Gezichtsherkenningsinformatie wordt alleen bijgesloten bij het eerste beeld van de burst tijdens
opname met gezichtsherkenning. (De hele groep wordt echter behandeld als
gezichtsherkenningsbeelden tijdens [CATEGOR. AFSP.].)
Geavanceerd (Opnamebeelden)
] geselecteerd is, zullen het brandpunt, de belichting en de witbalans op
], [
], [
], [
] of [
- 75 -
] of [
] geselecteerd
10
] geselecteerd worden.
10
] of [
] genomen
] of [
]
40
60
(P195)