Aantekening
•
Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld op een
maximum van [ISO400] volgens de helderheid. (Deze kan afgesteld worden tot een maximum
van [ISO1600] wanneer u de flits gebruikt.)
•
Als de ISO-gevoeligheid op [
afhankelijk van de helderheid binnen de maximuminstelling van [ISO1600].
•
De ISO-gevoeligheid zal ingesteld worden op [AUTO] wanneer u bewegende beelden maakt.
Bovendien zal [ISO-LIMIET] niet werken.
•
Hoe hoger de waarde die ingesteld is voor de ISO-gevoeligheid, hoe meer golfstoring
gereduceerd wordt maar hoe groter de hoeveelheid opnameruis is.
•
Raadpleeg
P59
voor het flitsbereik.
•
Afhankelijk van de helderheid en de snelheid waarmee het onderwerp beweegt, kan jitter
(beeldvervorming) mogelijk niet worden voorkomen, zelfs niet als [
•
Bewegingen zouden niet opgemerkt kunnen worden wanneer een bewegend onderwerp klein
is, wanneer een bewegend onderwerp zich aan de rand bevindt van het scherm of wanneer
een onderwerp bewogen wordt/zich beweegt op het precieze moment wanneer de
ontspanknop helemaal ingedrukt wordt.
•
De instelling is vastgesteld op [
–
In [SPORT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER] en [FLITS-BURST] in de scènefunctie
•
[
] kan niet geselecteerd worden in de Shutter-Priority AE-functie en in de manuele
belichtingsfunctie.
•
Als beeldruis een probleem wordt, raden we aan dat u beelden maakt nadat u het maximum
ISO-gevoeiligheidsniveau verlaagd heeft, de instelling voor [RUISREDUCTIE] onder
[FOTO INST.] heeft doen toenemen of de instelling voor elk van de items behalve
[RUISREDUCTIE] verlaagd heeft.
Geavanceerd (Opnamebeelden)
] gezet wordt, zal deze automatisch bijgesteld worden,
] in de volgende gevallen.
(P123)
- 112 -
] wordt geselecteerd.