Gebruikershandleiding – Color Tester
3.6.7. ETIKETTENSTROOK AANBRENGEN
Breng de etikettenstrook als volgt in de printer aan:
Open uitvoerkop van de etikettenstrook met de
specifieke hendel (1);
Breng de etikettenstrook (2) aan volgens de
aanwijzingen van de afbeelding op de printer.
OPGELET: gebruik uitsluitend etikettenstroken die door de fabrikant zijn goedgekeurd.
3.6.8. INSCHAKELING EN VERIFICATIE
Als de bovenstaande installatiestappen zijn verricht, kan de machine worden ingeschakeld met de hoofdschakelaar op
het paneel aan de achterkant (zie 1.4.1.2).
Ongeveer een minuut na het opstarten moet op het
touchscreen
display
het
weergegeven.
Verifieer het type alarm en verricht de meest geschikte
ingreep die nodig is om de bedrijfsomstandigheden te
herstellen als de machine alarmen of fouten weergeeft (zie
hoofdstuk 8 – "Diagnostiek").
Controleer of de voedingsspanning juist is en of de
zekering intact is als de machine niet kan worden
ingeschakeld.
Raadpleeg
hoofdstuk
storingen.
3.6.9. ACTIVERING EN RECIRCULATIE CIRCUITS
Schakel de circuits in en laat deze minstens 12 uur recirculeren, alvorens de machine te gebruiken.
Verwijder de lucht uit de pompen van de kleurstofcircuits
door de klep van elk circuit met de hand te bedienen en te
wachten tot de kleurstof door de druk de pomp vult en
door de dop naar buiten stroomt.
Het wordt aanbevolen om de volgende handelingen
achtereenvolgens te verrichten:
Open de autocap;
Breng een houder met voldoende inhoud aan onder
het doppencentrum;
Verwijder de deksels van de houders;
Open de kleppen (1) van de in te schakelen
kleurstofcircuits;
Sluit de kleppen aan het einde van de handeling. Maak de
dop met een droge en schone doek schoon. Zorg er
daarbij voor dat de doppen niet verontreinigd raken. Sluit
vervolgens de autocap af.
Het wordt aanbevolen om de machine minstens 12 uur in stand-by te houden. Deze periode is doorgaans voldoende
om alle lucht uit de circuits te verwijderen.
38
scherm
hiernaast
8 "Diagnostiek"
voor overige
worden
INSTALLATIE
NE