Inhoudsopgave
Advertenties
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
Klank
(klaviergedeelte)
[One Touch Piano]
[One Touch Piano]
-knop
-knop
Gebruik dit als u alleen een pianoklank wilt
spelen.
Dit schakelt de klaviermodus naar "single".
[Ambience]
[Ambience]
-knop (*1)
-knop (*1)
Schakelt de ambience in/uit.
[Split/Dual]
[Split/Dual]
-knop
-knop
(*1: alleen wanneer de knop is opgelicht)
(*1: alleen wanneer de knop is opgelicht)
Druk op de [Split/Dual]-knop om tussen de
instellingen te schakelen in de volgorde:
"Single" Ó "Split" Ó "Dual".
Split:
U kan verschillende klanken spelen
in de linker- en rechtergebieden van een
opgegeven toets. U kan bijvoorbeeld uw
linkerhand gebruiken om een basklank te
spelen en uw rechterhand om een pianoklank
te spelen.
Dual:
U kan twee klanken gelijktijdig spelen
vanaf één toets.
Draaiwiel
U kan effecten op de klanken toepassen.
[Wheel 1]
[Wheel 1] [Wheel 2]
[Wheel 2]
-draaiwiel
-draaiwiel
Deze werken als draaiwiel voor de
toonverbuiging en de modulatie.
[Wheel Mode]
[Wheel Mode]
-knop (*1)
-knop (*1)
Als dit is ingeschakeld
(de knop is opgelicht), kan u de
draaiwielen gebruiken als toewijsbare
controllers.
Schuifregelaar
Verplaats de [Master Volume]-schuifregelaar om het algehele volume te regelen.
De individuele niveauschuifregelaars regelen de balans.
[Master Volume]
[Master Volume]
-schuifregelaar
-schuifregelaar
Regelt het luidsprekervolume wanneer u
de luidsprekers van dit instrument gebruikt,
en ook het volume van de hoofdtelefoon
wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten.
[Keyboard]
[Keyboard]
Level
Level
-schuifregelaar
-schuifregelaar
Regelt het volume van wat u op het klavier
speelt.
[Accomp]
[Accomp]
Level
Level
-schuifregelaar
-schuifregelaar
Regelt het volume van de automatische
begeleiding.
2
2
[Transpose]
[Transpose]
-knop
-knop
Om de toonsoort in halve tonen te
transponeren, houdt u de [Transpose]-knop
ingedrukt en drukt u op de [Dec]- en [Inc]-
knoppen.
(alleen de klanken die u op het klavier speelt,
worden getransponeerd)
MEMO
U kan de Transpose-instelling voor het klavier ook
wijzigen door de knop [Transpose] in te drukken
en op de klank te drukken die de grondtoon van
de getransponeerde toets zal zijn.
[Piano]
[Piano] [E .Piano]
[E .Piano] [Strings]
[Strings] [Organ/
[Organ/
Pad] [Other]
Pad]
[Other]
-knoppen
-knoppen
Gebruik deze knoppen om de klanken in elke
categorie te selecteren.
[Favorite]
[Favorite]
-knop
-knop
Roept uw favoriete klanken op.
Houd de knop lang ingedrukt om het scherm
voor het registreren van de favorieten te
openen.
Scene
[Scene]
[Scene]
Slaat de klank- en uitvoeringsgerelateerde
instellingen op als een "scene".
Schakel tussen scenes om de instellingen
die u heeft opgeslagen snel op te roepen.
Als u de scene opslaat, houdt u de [Scene]-
knop lang ingedrukt.
Raadpleeg de referentiehandleiding (web)
voor meer informatie over de instellingen
die in de scenes worden opgeslagen.
[Song]
[Song]
Level
Level
-schuifregelaar
-schuifregelaar
Regelt het volume van de nummerspeler.
[Mic]
[Mic]
Level
Level
-schuifregelaar
-schuifregelaar
Regelt het volume van de microfoon
(input-aansluiting).
Accompaniment
(begeleidingsgedeelte)
[Accomp On]
[Accomp On]
-knop (*1)
-knop (*1)
Schakelt het begeleidingsgedeelte in/uit,
behalve de drums.
Als u dit uitschakelt, wordt het hele
begeleidingsgedeelte gedempt, behalve
de drums.
[Interactive On]
[Interactive On]
-knop (*1)
-knop (*1)
Schakelt de interactieve functie in en uit
(p. 6).
[Select]
[Select]
Akkoordsequencer
Akkoordsequencer
-knop
-knop
Selecteert het
akkoordprogressiepatroonnummer voor de
akkoordsequencer.
* Houd de akkoordsequencer
[Select]-knop lang ingedrukt om het
akkoordprogressiescherm te openen.
[On]
[On]
Akkoordsequencer
Akkoordsequencer
-knop (*1)
-knop (*1)
Hiermee schakelt u de akkoordsequencer
in en uit.
Als dit is ingeschakeld, wordt de
automatische begeleiding afgespeeld
volgens het akkoordpatroon, zelfs als u het
klavier niet gebruikt om een akkoord te
specificeren.
-knop
-knop
Basisbediening
[Inc] [Dec]
[Inc]
[Dec]
-knop
-knop
Hiermee wijzigt u de waarden. Houd de
knoppen ingedrukt om de waarde continu
te wijzigen.
Druk bij het continu wijzigen van de waarde
op de andere knop om de waarde snel te
wijzigen.
Druk de twee knoppen tegelijk in om terug te
gaan naar de beginwaarde.
[ ä ä ] ] [ [ å å ][ ][ç ç ] ] [ [ æ æ ] ]
[
-knoppen
-knoppen
Selecteert de in te stellen parameters. Houd
de knoppen ingedrukt om de cursor continu
te verplaatsen.
Druk op een andere van deze knoppen terwijl
u de cursor continu beweegt om de cursor
snel te laten bewegen.
*1: Houd de knop lang ingedrukt om naar het instellingenscherm te gaan.
[Start/Stop]
[Start/Stop]
-knop
-knop
Start of stopt de automatische begeleiding.
[Sync Start]
[Sync Start]
-knop
-knop
De automatische begeleiding begint op
hetzelfde moment dat u op het klavier begint
te spelen.
[Variation 1] [Variation 2]
[Variation 1]
[Variation 2]
-knop
-knop
Wijzigt de sfeer van de begeleiding.
Variation 1:
speelt een meer ontspannen
begeleiding.
Variation 2:
speelt een meer levendige
begeleiding.
[Intro/Ending]
[Intro/Ending]
-knop
-knop
Als u op deze knop drukt terwijl de
automatische begeleiding is gestopt, begint
de automatische begeleiding vanaf de intro.
Als u op deze knop drukt terwijl u het klavier
bespeelt, speelt de automatische begeleiding
het einde en stopt dan.
Display
Geeft informatie weer zoals de toon
naam, de stijl naam, het tempo en de
maataanduiding.
Scene name
Tone name
Chord
Style name
Tempo
[Enter]
[Enter]
-knop
-knop
Bevestigt de bewerking.
Als de cursor op "Tone" (klank) of "Style"
(stijl) staat in het klankscherm, drukt u op de
[Enter]-knop om het lijstscherm te openen.
[Exit]
[Exit]
-knop
-knop
Annuleert de bewerking.
Deze knop wordt ook gebruikt bij het
verlaten van een scherm of het sluiten van
een venster.
Advertenties
Inhoudsopgave
