6
7
8
9
10
152 Appendix C Printergeheugen en uitbreiding
6
Verwijder de DIMM uit de
antistatische verpakking.
7
Houd de DIMM bij de randen vast
(zoals hiernaast afgebeeld) en breng
de inkepingen van de DIMM op één
lijn met de DIMM-sleuf. (Controleer of
de vergrendelingen aan weerszijden
van de DIMM-sleuf open zijn.)
Opmerking
Gebruik voor de beste resultaten de
DIMM-sleuven in de volgorde 1-2.
8
Druk de DIMM recht in de sleuf
(stevig drukken). Controleer of de
vergrendelingen aan weerszijden
van de DIMM naar binnen toe zijn
vastgeklikt. (U verwijdert een
DIMM door de vergrendelingen
los te maken.)
Herhaal stap 6, 7 en 8 voor alle te
installeren DIMM's.
9
Om het zijpaneel terug te plaatsen,
brengt u de pijlen op één lijn en
schuift u het paneel naar achteren
tot de ontgrendelknop vastklikt.
Sluit de bovenklep.
10 Breng de interfacekabel(s) en het
netsnoer weer aan. Schakel de
printer in.
DU