Aan wanneer het scherm temperatuur of druk weergeeft.
Aan in programmeren wanneer het scherm instelpunten/differentialen van temperatuur of
druk weergeeft.
Aan tijdens programmeren wanneer het lage scherm de werktijden van de ladingen of de
tijd weergeeft. Knippert in het functiesmenu als de overgebleven tijd tot de start van het
ontdooien wordt weergegeven.
Knippert wanneer alarmmeldingen die niet door specifieke pictogrammen worden
geïdentificeerd aanwezig zijn.
Aan wanneer een automatische functie Instelpuntverandering actief is (Dynamisch
instelpunt, Energiebesparing)
Aan tijdens navigatie door menu.
Aan wanneer de verwarming (vorstbescherming/ondersteuning) is ingeschakeld.
Knippert als de digitale invoer van de stroom actief is wanneer de pomp is ingeschakeld;
als de pomp uit staat geeft het weer dat het stroomcontactpunt is afgesloten.
Aan wanneer minstens één van de waterpompen is ingeschakeld.
Aan wanneer minstens één ventilator is ingeschakeld.
Aan wanneer de relatieve compressor is ingeschakeld; knippert wanneer de compressor
is geschakeld met een timer.
Aan wanneer de hulpuitvoer actief is.
Aan wanneer is ingeschakeld en geeft de in bedrijf Warmte- of Koelmodus weer
gebaseerd op de logische instelling in de CF31-parameter.
Cir1 aan wanneer deze in waardes weergeven voor circuit 1 staat.
Het pictogram knippert wanneer de interval tussen ontdooisessies wordt geteld; het
pictogram blijft opgelicht tijdens de ontdooifase.