Probleemverhelping
12.
Als men vermoedt dat er een defect of een panne is, controleer dan eerst het volgende. Komt het probleem niet voor in
onderstaande lijst van symptomen, contacteer dan de Kyoritsu verdeler van uw regio.
Symptoom
1. Het toestel kan niet
aangeschakeld worden.
2. Een foutmelding verschijnt bij
het aanschakelen van het toestel
3. Geen enkele toets werkt
4. De uitlezingen zijn niet stabiel of
onnauwkeurig
5. De gegevens kunnen niet in het
interne geheugen opgeslagen
worden
(6) De gegevens kunnen niet in de
SD-kaart opgeslagen worden
(7) Downloaden en instellen kan
niet gedaan worden via USB
communicatie
Controle
Werkt op een AC voeding
- is de voedingskabel goed verbonden?
- is de voedingskabel niet beschadigd?
- bevindt de voedingsspanning zich in het toegestane
bereik?
Werkt op batterijen
- is de polariteit van de batterijen correct?
- zijn de NI-HM batterijen volledig opgeladen?
- zijn de alkalinebatterijen niet uitgeput?
• Schakel het toestel uit en weer aan. Als er geen
foutmelding verschijnt is er geen probleem. Als er een
foutmelding verschijnt, is het mogelijk dat het interne circuit
beschadigd is. contacteer uw lokale verdeler.
• Als NG (Err.001) enkel gevonden wordt op de interne
klok, is de batterij uitgeput. (Datum en uur kan
verkeerd zijn telkens wanneer u het toestel
uitschakelt). Contacteer uw verdeler. Levensduur
batterij ± 5 jaar
* Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
* Controleer de werkzame toetsen in elk bereik.
Controleer
- of de spanningssnoeren en stroomtangen juist
aangesloten zijn;
- of de instelling van het toestel en de
bedradingsconfiguratie correct zijn;
- of de juiste stroomtangen gebruikt worden met de juiste
instellingen;
- of de spanningsmeetsnoeren niet beschadigd zijn;
- of het ingangssignaal niet verstoord is;
- of er geen sterk elektromagnetisch veld in de buurt is;
- of de omgeving beantwoordt aan de specificaties van dit
toestel.
- Controleer het aantal bestanden in het geheugen.
- Controleer of de bestemming voor data-opslag ingesteld is
op 'intern geheugen'.
- is de SD-kaart correct ingevoerd?
- is de SD-kaart geformatteerd?
- is er ruimte beschikbaar in de SD-kaart?
- is de bestemming voor data-opslag ingesteld op 'SD-
kaart'?
- controleer het max. aantal bestanden of de capaciteit van
de SD-kaart.
- zorg ervoor dat de werking van de gebruikte SD-kaart
gecontroleerd is.
- controleer de juiste werking van de SD-kaart op andere
hardware.
Controleer
- of toestel en PC correct met de USB kabel verbonden zijn;
- of het SET UP bereik geselecteerd is; en
- de toestellen herkend worden op de software. Een USB
driver kan niet correct geïnstalleerd worden als er geen
toestel herkend wordt. Zie Deel 13.
KEW6305