5. Bedradingsconfiguraties
5.1 Belangrijke voorafgaande controles
GEVAAR
Doe geen metingen op een stroomkring met een spanning van meer dan 600V AC.
Verbind het netsnoer met het stopcontact. Verbind het nooit met een stopcontact van
240V of meer.
De stroomtang, spanningsmeetsnoeren en het netsnoer moeten eerst met het toestel
verbonden worden.
De spanningsmeetsnoeren of stroomtangen moeten niet met de ingangsklemmen van
het toestel verbonden worden als de meting dit niet vereist.
Het toestel moet altijd aangesloten worden op de beschermde kant van een
stroomonderbreker, hetgeen veiliger is dan op de onbeschermde kant.
De secundaire zijde van een stroomomzetter niet afkoppelen als deze belast is, dit
omwille van de hoogspanning die gegenereerd wordt op de klemmen van de secundaire
zijde.
Wees voorzichtig dat u de stroomlijn niet kortsluit met het niet-geïsoleerde gedeelte
van de spanningsmeetsnoeren tijdens de setup van het toestel. De uiteinden van de
stroomtang zijn zodanig ontworpen dat ze kortsluiting uitsluiten. Nochtans, indien het te
testen circuit onbeschermde geleidende componenten bevat, moet men extra
waakzaam zijn voor mogelijke kortsluiting.
WAARSCHUWING
Om een elektrische schok of kortsluiting te voorkomen, de te testen lijn altijd
uitschakelen tijdens de setup van het toestel.
Raak de niet-geïsoleerde punt van de spanningsmeetprobes niet aan. Het gebruik van
geïsoleerde beschermingshandschoenen is aanbevolen.
Stroomtangrichting voor correcte meting:
Zorg ervoor dat de pijl op de stroomtang wijst in de richitng van de belasting.
Bron
5.2 Basisbedradingsconfiguraties
Bedradingsmethode voor 1 fase – 2 draden (1k) "1P2W (1ch)"
L
Bron
N
VN
Bedradingsmethode voor 1 fase – 2 draden (2k) "1P2W (2ch)"
L
Bron
N
VN
Belastin
g
V1
A1
V1
A1
Pijl: wijst in de richting
van de belasting.
Belas-
ting
Belas-
ting 1
Belas-
ting 2
A2
KEW6305