Menuoverzicht
Menu
Optie
Beeld Instelling
Kontrast, Helderheid,
Kleur, Scherpte
Tint
Kleurtemp.
Levendige kleuren
Achterstevoren
weergeven
Eco mode
P-NR
3D-COMB
2D 3D Diepte
3D-aanpassing
Beeldvolgorde
Contourverfijning
Detectie 3D-type
Bericht 3D-signaal
Veiligheidsmaatregelen
Schermweergave
18
Aanpassingen / configuraties (alternatieven)
Basisbeeldmodus
[Dynamisch] / [Normaal] / [Cinema] / [True Cinema] / [Spel] / [Foto] /
[Professioneel1] / [Professioneel2]
In elke Kijkmodus en bij elke invoer kunnen [Kontrast], [Helderheid], [Kleur], [Scherpte],
[Tint], [Kleurtemp.], [Levendige kleuren], [Eco mode], [P-NR] en [3D-COMB] worden
aangepast en opgeslagen om aan uw specifieke kijkvereisten te voldoen.
[Dynamisch] :
Zorgt voor meer beeldcontrast en -scherpte in helverlichte kamers.
[Normaal] :
Aanbevolen voor weergave in normaal verlichte kamers.
[Cinema] :
Voor het bekijken van films in een verduisterde omgeving met verbeterde prestaties
voor contrast, zwart en kleurreproductie
[True Cinema] :
Reproduceert nauwkeurig de originele kwaliteit van het beeld zonder enige revisie.
[Spel] :
Snelle signalen die speciaal geschikt zijn voor beelden in de spelmodus
[Foto] :
Stel [Achterstevoren weergeven] in op [Aan] om een geschikte beeldkwaliteit voor
foto's te leveren
[Professioneel1 / 2]:
Hiermee kunt u de professionele beeldinstellingen in [Geavanceerde instellingen],
[Instellingen slot] en [Kopieerafstelling] instellen
Vergroot of verkleint de waarde van deze opties op basis van uw persoonlijke voorkeur
Bij aansluiting van een NTSC-signaalbron op de TV kunt u de beeldtint aan uw wensen
aanpassen.
Stelt u in staat de gehele kleurtoon van het beeld in te stellen
[Koel] / [Normaal] / [Warm]
Zorgt automatisch voor levendige kleuren [Uit] / [Aan]
Levert het foto-effect zoals achterstevoren weergeven [Uit] / [Aan]
Regelfunctie Automatische helderheid
Past beeldinstellingen automatisch aan het omgevingslicht aan [Uit] / [Aan]
PNR staat voor Picture Noise Reduction, beeldruisvermindering
Vermindert automatisch ongewenste beeldruis en flikkeringen in de delen van een
beeld met contouren [Uit] / [Minimum] / [Midden] / [Maximum]
Geeft stilstaande of langzaam bewegende beelden een levendiger aspect [Uit] / [Aan]
Selecteert een diepteniveau voor 3D-weergave van geconverteerde 2D-beelden
[Minimum] / [Midden] / [Maximum]
Het 3D-effect aanpassen (behalve in de modus [2D 3D]) [Uit] / [Aan]
Selecteer [Omgekeerd] als u het dieptegevoel ongewoon vindt. (behalve in de modus
[2D 3D]) [Normaal] / [Omgekeerd]
Selecteer [Aan] als u de contouren van het beeld niet vloeiend genoeg vindt. (behalve
in de modus [2D 3D]) [Uit] / [Aan]
Detecteert automatisch 3D-signalen / beelden die naar 3D kunnen worden
geconverteerd en geeft de stand weer die geselecteerd kan worden
[Uit] / [Aan] / [Aan(Geavanceerd)]
Bepaalt of er een bericht verschijnt wanneer een nieuw 3D-kanaal wordt gedetecteerd
[Uit] / [Aan]
Toont de voorzorgsmaatregelen voor het bekijken van 3D-beelden.
Schakelt het scherm uit wanneer u [Uit] selecteert
[Uit] / [Aan]