Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parameters Op Serviceniveau - Foster Multideck FMPRO900NG Servicehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Multideck FMPRO900NG:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameters op serviceniveau

Beschrijving:
SCL
2
Uitleesschaal.
SPL
-1
Minimumgrens voor instelwaarde van temperatuur (SP)
SPH
5
Maximumgrens voor instelwaarde van temperatuur (SP)
SP
0
Te bereiken instelwaarde van de temperatuur.
C-H
REF
Temperatuurregelingsmodus.
HYS
3
Aan/uit temperatuurverschil.
CRT
2
Rusttijd van de compressor.
CT1
6
Compressorlooptijd met defecte T1-sonde.
CT2
2
Uittijd van compressor met defecte T1-sonde.
CSD
1
Stopvertraging van de compressor nadat de deur is geopend. (alleen indien DS = YES).
DFM
TIM
Startmodus van ontdooien.
DFT
4
Tijdsinterval tussen ontdooiingen in uren
DFB
YES
Ontdooi-timerklok.
DLI
10
Eindtemperatuur ontdooien (alleen indien T2 = YES).
DTO
15
Maximale duur van het ontdooien.
DTY
OFF
Ontdooitype.
DPD
0
Verdamperpomp uit. Getimede pauze bij de start van het ontdooien.
DRN
1
Afvloeitijd.
DDM
SP
Ontdooiweergavemodus.
DDY
10
Vertragingsperiode van ontdooiweergave.
FID
YES
Verdamperventilatoren werken bij het ontdooien.
FDD
5
Herstarttemperatuur van verdamperventilator na het ontdooien. (alleen indien T2 = YES).
FTO
2
Maximale stoptijd verdamperventilator na het ontdooien.
FCM
NON
Verdamperventilatormodus tijdens thermostatische regeling.
FDT
-1
Te-Ta verschil voor ventilatoren om uit te schakelen nadat de compressor is gestopt. (alleen indien T2 = YES en FCM = TMP).
FDH
3
Temperatuurverschil voor het opnieuw starten van de verdamperventilator. (alleen indien T2 = YES en FCM = TMP).
FT1
15
Vertraging van het uitschakelen van de ventilator na het stoppen van de compressor.
FT2
3
Geforceerd stoppen ventilatoren na FT1. (Bij FT2 = 0 blijven ventilatoren altijd ingeschakeld).
FT3
2
Geforceerd draaien ventilatoren na FT2. (Bij FT3 = 0 en FT2 > 0 blijven ventilatoren altijd uitgeschakeld).
ATM
REL
Configuratie van de alarmdrempel.
ALA
-2
Alarmdrempel voor lage temperatuur.
AHA
8
Alarmdrempel hoge temperatuur.
ALR
-5
Alarmverschil voor lage temperatuur. (Bij ALR = 0 wordt alarm lage temperatuur uitgesloten).
AHR
8
Alarmverschil voor hoge temperatuur. (Bij AHR = 0 wordt alarm lage temperatuur uitgesloten).
ATI
T3
Alarmsonde.
ATD
90
Vertraging voor alarmtemperatuurmelding.
ADO
8
Vertraging voor open deur-alarmmelding.
AHM
ALR
Werking in geval van hoog condensoralarm.
AHT
65
Alarm condensortemperatuur (T3 = CND).
ACC
0
Reinigingsperiode condensor. (Bij ACC = 0 is condensorreiniging uitgeschakeld).
IISM
NON
Omschakelmethode naar 'Modus 2'
IISL
1
Minimumgrens voor Modus 2 instelwaarde van temperatuur
IISH
1
Maximumgrens voor Modus 2 instelwaarde van temperatuur
IISP
1
Instelwaarde van de temperatuur die bereikt moet worden in 'Modus 2' .
IIHY
4
Aan/uit thermostaatverschil in 'Modus 2' .
IIFC
NON
Verdamperventilatormodus tijdens 'Modus 2' thermostatische regeling.
HDS
3
Gevoeligheid controller voor schakelen tussen 'modi' 1 en 2. (1 = minimum, 5 = maximum).
IIDF
6
Tijdsinterval tussen ontdooien in 'Modus 2' .
8
www.fosterrefrigerator.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave