Inhoudsopgave
Advertenties
Overige informatie
Alarmen/waarschuwingen:
Tijdens bedrijf wordt de actuele temperatuur in het apparaat weergegeven. Op zeker moment zal dit veranderen om een bepaalde werking of
storing van het apparaat aan te geven. De indicatoren die u kunt zien, zijn als volgt:
De temperatuuralarmen hebben ofwel betrekking op de instelwaarde of op een absolute waarde. Dit wordt geregeld door de waarde van de
parameter 'ATM' . Als de alarmen betrekking hebben op het alarm voor de lage waarde, is de instelwaarde minus parameter 'ALR' en is het alarm
voor de hoge waarde alarm de instelwaarde plus 'AHR' . Als de temperatuur voor de waarde van 'ATD' buiten deze waarde is geweest, wordt de
relevante indicator weergegeven.
hi - De binnentemperatuur van het apparaat is hoger dan hierboven beschreven. Zorg ervoor dat de deur gesloten is en dat de luchtstroom
binnenin niet wordt belemmerd door te veel producten of slechte belading van de producten. Het alarm wordt gereset als de temperatuur tot
een normaal niveau zakt. Als dit niet gebeurt, neemt u contact op met uw erkende dealer of Foster-service.
Lo - De binnentemperatuur van het apparaat is lager dan hierboven beschreven. Controleer of het apparaat niet gevuld is bij een lagere
temperatuur dan de normale bedrijfstemperatuur van het apparaat. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met uw erkende dealer of Foster-
service.
E1 - Storing luchtsonde. Neem contact op met erkende dealer of Foster-service om deze te laten vervangen. Gedurende deze tijd kan het apparaat
de temperatuur niet nauwkeurig handhaven. Alle producten moeten worden verwijderd en het apparaat moet worden uitgeschakeld.
Neem contact op met erkende dealer of Foster-service om deze te laten vervangen.
E3 - Storing planktemperatuursonde. Neem contact op met erkende dealer of Foster-service om deze te laten vervangen.
dEF - Ontdooien in uitvoering. Dit is normaal en uw apparaat zal periodiek elke 24 uur een ontdooiprocedure uitvoeren. De inhoud van het
apparaat wordt door deze handeling niet aangetast.
In een alarmsituatie brandt ook pictogram 1.
(Sommige aanduidingen zijn alleen periodiek zichtbaar tijdens een specifieke apparaatwerking, zoals ontdooien, of wanneer ze worden geactiveerd door
gebruik van het apparaat).
Werking sonde
T1 - Regelt de aan/uit-cyclus van de compressor op basis van de instelwaarde in de luchtretourleiding dicht bij de ventilatoren.
T2 - Verdampersonde voor ontdooiregeling.
T3 - De temperatuur die op de controller wordt weergegeven. De reactie wordt vertraagd om te voorkomen dat grote temperatuurwijzigingen
worden weergegeven. Na verloop van tijd zal de weergegeven temperatuur verschuiven om in lijn te komen met de T1-temperatuur, afhankelijk
van de productbelasting en het gebruik van het apparaat. De sonde bevindt zich voor het luchtkanaal in de linker bovenhoek.
10
www.fosterrefrigerator.com
Advertenties
Inhoudsopgave
