Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snelheidssensor Controleren (Zie Afbeelding B); Gebruik; Ingebruikneming; Indicaties En Instellingen Van De Boordcomputer - Bosch Performance Line Drive Unit Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Performance Line Drive Unit:
Inhoudsopgave

Advertenties

OBJ_BUCH-2087-003.book Page 3 Friday, February 13, 2015 5:44 PM
Nederlands–3

Snelheidssensor controleren (zie afbeelding B)

De snelheidssensor 17 en de bijbehorende spaakmagneet 18
moeten zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet bij een
omwenteling van het wiel op een afstand van minimaal 5 mm
en maximaal 17 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Is de afstand tussen snelheidssensor 17 en
spaakmagneet 18 te klein of te groot of is de snelheidssensor
17 niet juist aangesloten, dan valt de snelheidsmeterindicatie
f uit en de eBike-aandrijving werkt in het noodloopprogramma.
Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet 18 los en
bevestig de spaakmagneet zo aan de spaak dat hij op de juiste
afstand voorbij de markering van de snelheidssensor komt.
Verschijnt ook daarna geen snelheid op de snelheidsmeterin-
dicatie f, neem dan met een geautoriseerde fietsenhandelaar
contact op.

Gebruik

Ingebruikneming

Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen geactiveerd worden als de vol-
gende voorwaarden vervuld zijn:
– Een voldoende geladen accu is geplaatst (zie gebruiksaan-
wijzing van de accu).
– De boordcomputer is juist in de houder geplaatst (zie
„Boordcomputer plaatsen en uitnemen", pagina
Nederlands–2).
– De snelheidsensor corect is gemonteerd (zie „Snelheids-
sensor controleren", pagina Nederlands–3).
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Is de boordcomputer bij het aanbrengen in de houder al
ingeschakeld, dan wordt het eBike-systeem automatisch
ingeschakeld.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer en geplaatste
eBike-accu een keer kort op de aan/uittoets 5 van de
boordcomputer.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer op de aan-/uittoets
van de eBike-accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
De aandrijving wordt geactiveerd zodra u op de pedalen
trapt (behalve bij de functie duwhulp, zie „Duwhulp/vertrek-
hulp in-/uitschakelen", pagina Nederlands–4). Het motor-
vermogen richt zich naar het ingestelde ondersteuningsni-
veau aan de boordcomputer. Zodra het systeem geactiveerd
wordt, verschijnt gedurende korte tijd „Performance Line"
op het display.
Zodra u bij normaal gebruik niet meer op de pedalen trapt of
zodra u een snelheid van 25/45 km per uur heeft bereikt,
wordt de ondersteuning door de aandrijving van de eBike uit-
geschakeld. De aandrijving wordt automatisch weer geacti-
veerd zodra u op de pedalen trapt of de snelheid onder
25/45 km per uur daalt.
0 276 001 SPI | (13.2.15)
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Druk op de aan-/uittoets 5 van de boordcomputer.
– Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets uit (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de boordcomputer uit de houder.
Wordt ongeveer 10 min. lang geen vermogen van de aandrij-
ving opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat), schakelt het
eBike-systeem om energiespaarredenen automatisch uit.

Indicaties en instellingen van de boordcomputer

Energievoorziening van de boordcomputer
Zit de boordcomputer in de houder 4, is een voldoende gela-
den accu in de eBike geplaatst en is het eBike-systeem inge-
schakeld, dan wordt de boordcomputer via de accu van de
eBike van energie voorzien.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan ge-
beurt de energievoorziening via een interne accu. Is de inter-
ne accu bij het inschakelen van de boordcomputer zwak, dan
verschijnt gedurende 3 s „Met fiets verbinden" in de tekstin-
dicatie d. Daarna schakelt de boordcomputer opnieuw uit.
Voor het opladen van de interne accu plaatst u de boordcom-
puter opnieuw in de houder 4 (als een accu in de eBike ge-
plaatst is). Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets in (zie
gebruiksaanwijzing van de accu).
U kunt de boordcomputer ook via de USB-aansluiting opla-
den. Open hiervoor de beschermkap 8. Verbind de USB-bus
7 van de boordcomputer via een passende USB-kabel met
een gebruikelijke USB-lader of de USB-aansluiting van een
computer (5 V laadspanning; max. 500 mA laadstroom). In
de tekstindicatie d van de boordcomputer verschijnt „USB
aangesloten".
 Als u uw eBike langere tijd niet gebruikt, neem de
boordcomputer dan uit zijn houder. Bewaar de boord-
computer in droge omgeving bij kamertemperatuur. Laad
de boordcomputeraccu regelmatig op.
Boordcomputer in-/uitschakelen
Voor het inschakelen van de boordcomputer drukt u kort op
de aan-/uittoets 5. De boordcomputer kan (bij voldoende ge-
laden interne accu) ook ingeschakeld worden als deze niet in
de houder geplaatst is.
Voor het uitschakelen van de boordcomputer drukt u op de
aan-/uittoets 5.
Is de boordcomputer niet in de houder geplaatst, dan scha-
kelt deze zich 1 minuut nadat de laatste toets is ingedrukt om
energiebesparende reden uit.
Bosch eBike Systems

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave