Basisbewerkingen
Het volume wijzigen
Wijzigt het volume.
De gitaarsynthesizer in- en
uitschakelen
Schakel de gitaarsynthesizer in en uit.
De schakelaars gebruiken voor bediening
([CTL]-schakelaar)
De [CTL]-schakelaar wordt standaard
gebruikt om een functie te bedienen
die is toegewezen door elke patch.
* Als u dat wilt, kunt u andere functies
toewijzen aan de pedalen.
&"Bewerken: Favoriete parameters
toewijzen aan de schakelaars en externe
pedalen" (p. 9)
De stemfunctie gebruiken
Als u het stemfunctiescherm wilt openen, drukt u tegelijk op de [I/CTL2]
[H/CTL3]-schakelaars.
1.
Druk tegelijk op de [I/CTL2] [H/CTL3]-schakelaars.
* Vanaf het afspeelscherm (p. 4) kunt u ook naar het stemfunctiescherm gaan door op [K] te drukken.
2.
Speel een open snaar en stem hem zodat alleen de middenindicator op de
display oplicht.
De standaardtoonhoogte instellen
In de stemmodus kunt u de parameterregelaar [1] draaien om de standaardtoonhoogte
van de stemfunctie te wijzigen.
Toonhoogte
435–445 Hz (standaard: 440 Hz)
De display wijzigen
U kunt de [K] [J]-knoppen gebruiken om de schermen op de display te wijzigen.
Stemfunctiescherm
Stem uw gitaar.
Snelle pagina
Hier kunt u de gewenste parameters instellen voor de parameterregelaars [1]–[4]
Er zijn twee snelle pagina's waarmee u in het totaal acht parameters kunt toewijzen.
& "Favoriete parameters toewijzen aan parameterregelaars [1]–[4]" (p. 8)
* De informatie in deze handleiding bevat illustraties waarin de standaardweergave van de display wordt afgebeeld. Het is echter mogelijk dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem
bevat (bv. met nieuwere geluiden), zodat de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in de handleiding.
Uitvoerinstelling
In het stemfunctiescherm kunt u ook de uitvoerinstelling die wordt gebruikt als
de stemfunctie actief is, wijzigen door de parameterregelaar [4] te draaien.
OUTPUT
Beschrijving
MUTE
Er wordt geen geluid uitgestuurd tijdens het stemmen.
Tijdens het stemmen wordt het geluid van de gitaar dat wordt ingevoerd naar de
BYPASS
SY-300 zonder wijzigingen uitgevoerd. Alle effecten zijn uitgeschakeld.
* Om ervoor te zorgen dat u niet per ongeluk het stemfunctiescherm opent terwijl u speelt,
kunt u een instelling maken die voorkomt dat u het stemfunctiescherm opent zelfs
wanneer u tegelijk op de [I/CTL2] [H/CTL3]-schakelaars drukt.
&"Voorkomen van onbedoelde bediening tijdens het spelen (Tuner Lock, Select Knob
Lock)" (p. 8)
* Als de [I/CTL2]- of de [H/CTL3]-schakelaar is gewijzigd naar de CTL-functie, kunt u het
stemfunctiescherm niet openen, zelfs niet wanneer u tegelijk op de [I/CTL2]- en
[H/CTL3]-schakelaars drukt.
&"De functie van de [I/CTL2] [H/CTL3]-schakelaars wijzigen" (p. 9)
Afspeelscherm (Patch Select)
Selecteer een patch.
& "Een patch afspelen" (p. 4)
Een patch selecteren
U kunt verschillende geluiden
van de SY-300 oproepen als
"patches" (p. 4).
1.
Als het afspeelscherm is
weergegeven, gebruikt u de
[SELECT]-regelaar of de [I/
CTL2] [H/CTL3]-schakelaars
om een patch te selecteren.
De waarde bewerken
Gebruik parameterregelaars
[1]–[4] om de waarden te
bewerken van de parameters
die op het scherm worden
weergegeven.
ON/OFF-statusaanduidingsscherm
Geeft de ON/OFF-status van OSC1–OSC3 en FX1–FX4 weer.
Aan de slag
3