3.
Vergelijk de twee spanningen.
4.
Als het accuspanning en de regelaar spanning niet hetzelfde zijn, onderzoek dan waarom dit zo is. Volg het pad van de
regelaar naar de accu om te onderzoeken wat de oorzaak kan zijn.
Controle accuvoeding
1.
Controleer en verifieer of alle bekabeling correct is aangesloten en dat er geen bedradingsfouten zijn gemaakt.
2.
Controleer of alle kabelverbindingen stevig vastzitten, rekening houdend met de maximale aandraaimomenten.
3.
Controleer of alle kabelschoenen of kabelklemmen correct zijn gekrompen.
4.
Controleer zekeringen en / of installatieautomaten.
Als een gesprongen zekering wordt gevonden, zorg er dan eerst voor dat de polariteit van de accu
correct is voordat de zekering vervangen wordt. Zie de volgende paragraaf voor meer informatie over
omgekeerde accupolariteit.
6.3.2. Omgekeerde accupolariteit
Omgekeerde polariteit is wanneer de positieve en negatieve accukabel per ongeluk zijn verwisseld. De min van de accu is
aangesloten op de positieve pool van de PV-lader en de plus van de accu is aangesloten op de negatieve pool van de PV-lader.
Houd er rekening mee dat een rode kabel of een kabel met positief label niet daadwerkelijk betekent dat de
kabel inderdaad een positieve kabel is. Er kan een fout zijn gemaakt in de bedrading of labels tijdens de
installatie van de PV-lader.
De PV-lader is niet beschermd tegen omgekeerde accupolariteit en eventuele schade die hierdoor ontstaat valt niet onder de
garantie.
Controleer altijd de accupolariteit voordat u de accudraden weer op de PV-lader aansluit.
6.3.3. PV-spanning te laag
De PV-lader zal beginnen met laden wanneer de PV-spanning minimaal 120 V is. Zodra het laden begonnen is, moet de
PV-spanning hoger blijven dan 80 V om door te gaan met laden.
Controleer het PV- en accuspanning
WAARSCHUWING: Afhankelijk van het PV-lader model kan de PV-spanning tot 450 Vdc zijn.
Spanningen boven 50 V worden meestal gezien als gevaarlijk. Raadpleeg uw plaatselijke elektrische
veiligheidsvoorschriften voor de exacte voorschriften. Alleen een gekwalificeerde technicus mag werken met
gevaarlijke spanningen.
1.
Gebruik de VictronConnect-app, een PV-laderbeeldscherm of een GX-apparaat om het accuspanning en PV-spanning te
controleren.
2.
Als de bovenstaande stap niet mogelijk is, meet dan het accu- en PV-spanning aan de PV-laderklemmen met behulp van een
multimeter.
3.
Vergelijk beide spanningen. De PV-spanningen moeten minimaal 120 V DC zijn om op te starten en ook minimaal 80 V om
door te gaan met werken.
Pagina 24
Multi RS Solar
V
Gids voor probleemoplossing - MPPT