bedieningspaneel vergrendelen. Deze functie
kan zowel bij het inschakelen als bij het
uitschakelen van het toestel geactiveerd
worden.
Om de toetsblokkering te activeren wanneer het
apparaat ingeschakeld is:
1. Houd de toets
ingedrukt.
2. Als het controlelampje voor toetsblokkering
gaat branden, zijn de bedieningstoetsen
vergrendeld (behalve de toetsen
).
Om de toetsblokkering uit te schakelen, drukt u
ten minste 1 seconde op de toets
controleert u of het bovenstaande
controlelampje uit is.
Bij een stroomstoring wordt de
toetsblokkering niet gedeactiveerd.
REINIGING EN ONDERHOUD
Reiniging van de glaskeramische
kookplaat
Algemene veiligheidswaarschuwingen
Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te houden,
moeten ze na elk gebruik gereinigd worden
nadat ze afgekoeld zijn.
Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure stoffen
op chloorbasis bevatten. Giet het product op
een vochtige doek en wrijf het over het
oppervlak, spoel zorgvuldig af, en droog met
een zachte doek of met een microvezeldoek.
Bij hardnekkig vuil, de afgekoelde oven
met een vaatspons, bevochtigd met
water en een neutraal reinigingsmiddel
reinigen; vervolgens met een
microvezeldoek afdrogen.
Wekelijkse reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks met
een gewoon product voor de reiniging van
glaskeramiek. Neem de aanwijzingen van de
producent altijd in acht. Het silicone dat
91477A906/C
minstens 1 seconde
en
en
Foutmeldingen
Bij storing of afwijkende werking, wordt op de
displays van de kookzones de code
weergegeven die bij de storing hoort.
Fouten die verband houden met de
oververhitting van het apparaat of een
onderdeel ervan kunnen alleen worden hersteld
door het apparaat te laten afkoelen en zijn
gecodeerd met de letters „C", „c" en „Fc".
Restwarmte-indicatoren moeten niet als
foutcodes worden beschouwd.
Indien deze foutmeldingen aanhouden, of als er
andere fouten ontstaan, noteer de foutcode en
neem contact op met de technische dienst.
aanwezig is in deze producten produceert een
beschermend waterafstotend en vuilbestendig
laagje. Alle vlekken blijven achter op dat laagje
en kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een schone
doek. Let op dat er geen resten reinigingsmiddel
achterblijven op de kookplaat, omdat ze een
bijtende reactie zouden kunnen hebben
wanneer de plaat verwarmd wordt en de
structuur ervan zouden kunnen wijzigen.
Voedselresten of -vlekken
Eventuele lichtgekleurde sporen, veroorzaakt
door pannen met een aluminium bodem,
kunnen worden verwijderd met een met azijn
bevochtigde doek. Als er na het gebruik van de
kookplaat verbrande resten achterblijven,
moeten deze worden verwijderd. Spoel af met
water en maak goed droog met een schone
doek. Zandkorrels die eventueel op de
kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen van
sla of aardappelen, zouden de plaat kunnen
krassen wanneer de pannen verschoven
worden. Verwijder eventuele zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat. Kleurwijzigingen zijn niet van invloed
op de werking en de stabiliteit van het glas. Het
betreft geen wijzigingen van het materiaal van
de kookplaat, maar eenvoudige resten die niet
verwijderd werden en die dus verbrandden. Er
REINIGING EN ONDERHOUD - 83