3
Selecteer een overgangstijd.
•
[<5 seconden] (standaard)
4
Druk op OK om te bevestigen.
Collagefoto's weergeven
1
Selecteer in het hoofdmenu
[Diapresentaties] en druk op OK om te
bevestigen.
2
Selecteer [Collage] en druk op OK om te
bevestigen.
3
Selecteer [Multi] en druk op OK om te
bevestigen.
4
Selecteer een lay-out.
5
Druk op
om [Foto 1] te selecteren.
6
Druk opnieuw op
te openen.
7
Selecteer een foto uit een fotobron.
8
Herhaal stap 5 tot en met 7 tot alle foto's
zijn geselecteerd voor het formaat.
22
NL
om de fotobronopties
9
Druk op
om de collagefoto weer te
geven.
•
Om de Collage-weergave te stoppen,
selecteert u [Diapresentaties] >
[Collage] > [Single] en drukt u op
OK om te bevestigen.
Tip
•
Als u een collagelay-out selecteert wordt op het
PhotoFrame een statische collage weergegeven en
wordt de modus Diapresentatie uitgeschakeld.
•
Als u het formaat [Willek. volgorde] selecteert, wordt
in het PhotoFrame automatisch een willekeurige
collage gemaakt op basis van de optimale lay-out van
de foto's. De collages worden vervolgens in de modus
Diapresentatie weergegeven.
Achtergrond selecteren
U kunt randkleur voor de achtergrond
selecteren voor foto's de kleiner zijn dan het
display van het PhotoFrame.
1
Selecteer in het hoofdmenu
[Diapresentaties] en druk op OK om te
bevestigen.
2
Selecteer [Achtergrond kleur] en druk op
OK om te bevestigen.