1. Informatie over koolmonoxide
Koolmonoxideconcentraties in PPM
(model 5DCO enkel met digitaal display)
Model 5DCO is uitgerust met een digitaal display dat de CO-concentratie weergeeft
(uitgedrukt in PPM – deeltjes per miljoen). Leer het verschil kennen tussen gevaarlijke,
hoge, middelzware en lage concentraties.
Gevaarlijke concentraties:
Wanneer iemand symptomen van koolmonoxidevergiftiging vertoont en de CO-waarden
hoger zijn dan 100 PPM. Telkens als iemand symptomen van koolmonoxidevergiftiging
vertoont, moet dit als een noodsituatie worden beschouwd. Zie "Wat te doen als het
alarm afgaat" (binnenzijde omslag).
Hoge concentraties:
Gewoonlijk hoger dan 100 PPM en niemand vertoont symptomen. Dit moet als een
dringende situatie worden beschouwd. Zie "Wat te doen als het alarm afgaat"
(binnenzijde omslag).
Middelzware concentraties:
Gewoonlijk tussen 50 PPM en 100 PPM. Dit is een reden tot ongerustheid en mag niet
worden genegeerd. Zie "Wat te doen als het alarm afgaat" (binnenzijde omslag).
Lage concentraties:
Lager dan 50 PPM. Kidde beveelt aan om actie te ondernemen en de koolmonoxidebron
te verwijderen. Zie "Wat te doen als het alarm afgaat" (binnenzijde omslag).
BELANGRIJK: Model 5CO heeft geen digitaal display en geeft de koolmonoxide
concentraties niet weer in PPM. Als het alarm afgaat, moet het altijd als een
potentieel ernstige toestand worden beschouwd. Zie "Wat te doen als het alarm
afgaat" (binnenzijde omslag).
Mogelijke bronnen van koolmonoxide
In uw woning zijn verwarmings- en kooktoestellen de meest gangbare bronnen van CO.
Auto's met een draaiende motor in aangebouwde garages kunnen eveneens een
gevaarlijke koolmonoxideconcentratie veroorzaken.
CO kan worden geproduceerd wanneer fossiele brandstoffen zoals benzine, propaan,
aardgas, olie en hout worden verbrandt. CO kan worden voortgebracht door elk
brandstof verbrandend apparaat dat niet goed werkt, niet goed geïnstalleerd is of niet
goed geventileerd wordt, zoals:
• Auto's, boilers, CV's, fornuizen, op gas werkende drogers, geisers, verplaatsbare
kachels, open haarden, houtkachels en bepaalde zwembadverwarmingen.
• Geblokkeerde schoorstenen, tocht en verschillen in luchtdruk, gecorrodeerde of
losgeraakte afzuigingsbuizen, losse of gebarsten warmtewisselaars.
• Voertuigen en andere verbrandingsmotoren in een open of gesloten garage aan of
bij het huis.
• Brandende houtskool of brandstof in BBQ's en hibachi-grills in een binnenruimte.
• Hoge concentraties tabaksrook.