3. Installatielocaties
• Aan het plafond gemonteerde CO-melders minstens 300 mm van wanden worden
geplaatst.
• Als er zich een scheidingswand in de kamer bevindt, plaats de CO-melder dan aan
dezelfde kant van de scheidingswand als de mogelijke bron.
* Er moet een CO-melder geïnstalleerd worden in alle ruimtes waarin zich een
apparaat bevindt dat brandstof verbrandt. Voor een maximale bescherming moeten
er CO-melders worden geïnstalleerd in ruimtes waar de meeste tijd wakker wordt
doorgebracht, in iedere slaapruimte en op iedere verdieping van de woning.
• Als u de CO-melder op ooghoogte plaatst, is een optimaal zicht op het digitale
display mogelijk.
Te vermijden locaties
• Vermijd het plaatsen in de buurt van tocht, zoals deuren, ramen, afzuigkappen,
ventilatieroosters of andere soortgelijke ventilatieopeningen.
• Vermijd het plaatsen in de buurt van obstakels (bijvoorbeeld achter gordijnen,
planken of meubels).
• Vermijd stoffige, vuile of vette ruimtes, zoals garages of werkplaatsen.
• Vermijd vochtige (badkamers), koude (< -10°C) of warme (> 40°C) ruimtes, of
ruimtes met stoom en plaats de melder niet in de buurt van gootstenen.gordijnen
of meubilair zodat de luchtstroom naar de doorlaatopeningen vrij blijft.