Hoofdstuk 2
Instelslot in-/uitschakelen
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt op het aanraakscherm Fout
wachtwoord weergegeven. Voer het juiste
wachtwoord in.
Instelslot inschakelen
a
Druk op
.
b
Druk op Alle instell..
c
Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d
Druk op Standaardinst..
e
Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te
geven.
f
Druk op Instelblokkering.
g
Druk op Slot UitAan.
h
Voer het geregistreerde viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het
aanraakscherm.
Druk op OK.
Instelslot uitschakelen
a
Druk op
op het aanraakscherm.
b
Voer het geregistreerde viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het
aanraakscherm.
Druk op OK.
14
Kiesbeperking
2
(alleen MFC-modellen)
Deze functie voorkomt dat gebruikers per
ongeluk een fax verzenden naar een
verkeerd nummer of een verkeerd nummer
bellen. U kunt de machine instellen op
2
beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen,
het adresboek en snelkoppelingen.
Als u Uit kiest, beperkt de machine de
kiesmethode niet.
Als u # tweemaal invoeren kiest, vraagt
de machine u om het nummer opnieuw in te
voeren en als u hetzelfde nummer correct
hebt ingevoerd, begint de machine met
kiezen. Als u een ander nummer invoert,
wordt op het aanraakscherm een foutmelding
weergegeven.
Als u Aan kiest, beperkt de machine alle
faxverzendingen en uitgaande
telefoongesprekken voor die kiesmethode.
Beperking kiestoetsen
a
Druk op
b
Druk op Alle instell..
c
Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
2
d
Druk op Fax.
e
Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te
geven.
f
Druk op Kiesbeperking.
g
Druk op Cijfertoetsen.
h
Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i
Druk op
.
.
2
2