• De unit kan op een verticaal oppervlak zoals een of mast etc. worden gemonteerd met behulp
van de meegeleverde schotbeugel.
• Monteer de unit NIET bovenin een mast.
• De unit dient te worden gemonteerd op een afstand van minimaal 1 m (3 ft) van bronnen van
magnetische interferentie, zoals kompassen en stroomkabels.
• Kies een locatie waar de unit beschermd is tegen fysieke beschadigingen en overmatige trillingen.
• Kies een locatie waar de unit niet wordt blootgesteld aan belasting of krachten.
• Monteer uit de buurt van hittebronnen of mogelijk brandgevaar zoals brandstofdampen.
• De unit dient te worden gemonteerd op een plaats waarde de diagnose-LED zichtbaar is.
• De unit dient zo te worden gemonteerd, dat de LED-'pijl' aan de bovenkant van de unit naar voren
wijst, parallel uitgelijnd met de lengteas (middenlijn) van het schip.
1.
Lengteas van het schip.
RF-interferentie
Bepaalde externe elektrische apparatuur van andere fabrikanten kunnen interferentie van
radiofrequenties (RF) veroorzaken voor GNSS- (GPS-), AIS- of VHF-apparaten als de externe
apparatuur niet voldoende is geïsoleerd en overmatige elektromagnetische interferentie (EMI)
uitstraalt.
Sommige veel voorkomende voorbeelden van dergelijke externe apparatuur zijn onder andere
LED-verlichting (bijv.: navigatieverlichting, zoeklampen en schijnwerpers, binnen- en buitenlampen)
en analoge TV-tuners.
Doe het volgende om de interferentie van dergelijke apparatuur te minimaliseren:
• Houd deze zo ver mogelijk uit de buurt van GNSS- (GPS-), AIS- of VHF-producten en hun antennes.
24