5.
Bevestig de achterlichten aan de binnenste
bevestigingen met 4 cilinderkopschroeven
(nr. 10 x 1¼ inch) en 4 flensmoeren (nr. 10)
zoals getoond in
Figuur
Figuur 36
1. Flensmoer (nr. 10)
2. Binnenste bevestiging
3. Oranje lens
6.
Sluit de kabelboomaansluiting met het label
R
L
LH (P01) aan op het achterlicht
EAR
IGHT
(Figuur
35).
7.
Sluit de kabelboomaansluiting met het label
R
L
RH (P02) aan op het achterlicht
EAR
IGHT
(Figuur
35).
36.
g304304
4. Rode lens
5. Cilinderkopschroef
(nr. 10 x 1¼ inch)
8.
Bevestig de gemonteerde achterlichten aan de
achterlichtbehuizingen; gebruik hiervoor de 8
bolkopschroeven (¼ inch x ¾ inch); zie
37.
Zorg ervoor dat u de achterlichten monteert met
de gele lens aan de bovenkant
Figuur
37).
1. Bolkopschroef
(¼ inch x ¾ inch)
16
(Figuur 36
Figuur 37
2. Achterlicht
Figuur
en
g305040