Installeren, instellen en configureren
De spraaksnelheid van de gesproken begeleiding aanpassen
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Apparaat > Toegankelijkheid > Spraaksnelheid.
2
Selecteer de spraaksnelheid.
Het standaard hoofdtelefoonvolume aanpassen
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Apparaat > Toegankelijkheid.
2
Het volume van de hoofdtelefoon aanpassen.
Opmerking: Het volume neemt weer de standaardwaarde aan nadat de gebruiker de
toegankelijkheidsmodus verlaat of wanneer de printer uit de slaap- of sluimerstand wordt gehaald.
Het standaardvolume van de interne luidspreker aanpassen
1
Raak
aan op het beginscherm.
2
Pas het volume aan.
Opmerkingen:
•
Als Stille modus is ingeschakeld, zijn auditieve alarmen uitgeschakeld. Deze instelling leidt ook tot
tragere printerprestaties.
•
Het volume neemt weer de standaardwaarde aan nadat de gebruiker de toegankelijkheidsmodus
verlaat of wanneer de printer uit de slaap- of sluimerstand wordt gehaald.
Gesproken wachtwoorden of pincodes inschakelen
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Apparaat > Toegankelijkheid > Gesproken
wachtwoorden/pincodes.
2
Schakel de optie in.
34