Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitlaatsysteem - Mastervolt WHISPER 6 ULTRA Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WHISPER 6 ULTRA:
Inhoudsopgave

Advertenties

1.5.3

Uitlaatsysteem

Nadat het koelwater zijn werk heeft gedaan wordt het in de
uitlaatleiding geïnjecteerd. De uitlaatgassen en het
koelwater wordt gemengd. Hierdoor wordt de temperatuur
en het volume van de uitlaatgassen aanzienlijk verkleind,
zodat toepassing van rubberen uitlaatslangen, een
kunststof
waterslot,
geluiddempers
mogelijk zijn. Ook wordt hiermee het geluid aanzienlijk
gedempt.
1
STANDAARD UITLAATSYSTEEM
Het uitlaatsysteem van de generatorset moet gescheiden
blijven van de leidingen van andere uitlaatsystemen, zoals
van de motor of verwarming. Een uilaatdemper/waterslot
dempt het geluid verder en dient voor het opvangen van
het water dat zich na het stoppen van de motor nog in het
uitlaatsysteem bevindt. Het waterslot moet zo dicht
mogelijk nabij de generatorset gemonteerd worden. Het
waterslot moet groot genoeg zijn om de totale hoeveelheid
water vast te houden die zich nog in de slang bevindt
tussen de bovenkant van de zwanenhals en het waterslot.
Het waterslot moet op het laagste punt van het
uitlaatsysteem zijn gemonteerd (zie afb. 12, ref. 1). De
A
4
Minimaal
60cm
2
5
5cm
Afb. 12: Uitlaatsysteem
1 Uitlaatdemper/waterslot;
2 Uitlaatdemper;
3 Uitlaatslang Ø 40 mm (1
4 Zwanenhals;
5 Huiddoorvoer uitlaat Ø Ø 40 mm (1
6 Waterlijn.
NL / WHISPER 6 ULTRA / Augustus 2009 / Copyright © 2009 Mastervolt
en
zwanenhals
Lengte slang A- B max. 3m
Maximaal
150cm
3
1
5
/
");
8
5
/
");;
8
beste plaats is direct onder het niveau van de bodem van
de generatorset.
De binnendiameter van de uitlaatslang bedraagt 40 mm
(niet meer en niet minder). Het totale uitlaatsysteem van
de
generator
tot
zwanenhals/water/gasscheider, mag niet langer zijn dan 3
meter, om te voorkomen dat een tegendruk van meer dan
0,07 bar (70 cm. waterdruk = 1psi) in het uitlaatsysteem
wordt opgebouwd (zie ook paragraaf 5.4.3 van de
gebruikershandleiding).
De uitlaatslang loopt na het verlaten van de geluidskast
naar beneden, naar de uitlaatdemper/ waterslot. Indien de
onderkant van de generatorset zich minder dan 60 cm
boven de waterlijn bevindt, moet de slang van hieruit naar
een zwanenhals lopen. Deze zwanenhals bestaat uit een
bocht in de slang die zich op tenminste 60 cm. boven de
waterlijn bevindt en is bij voorkeur midscheeps gelegen.
Na de zwanenhals loopt de slang naar de uitlaatdoorvoer
die zich tenminste 50 mm boven de waterlijn bevindt (zie
afb. 12, ref. 5.). Een extra demper kan zo ver mogelijk aan
het einde van de leiding worden gemonteerd
B
3
6
INSTALLATIE
de
bovenkant
van
de
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

50200460

Inhoudsopgave