1.5
AANSLUITINGEN
Bij aflevering van de generatorset zijn alle aansluitingen
(bedrading, brandstofleidingen enz.) al aangesloten op de
motor en de generator. Deze leidingen zijn door de
geluidskast gevoerd. Zie voor doorvoervolgorde afb. 2.
Alle elektrische verbindingen die u maakt (draad-
diameters) dienen te voldoen aan de plaatselijke eisen. De
meegeleverde bedrading is bestand tegen temperaturen
tot 70°C. Wanneer hogere temperaturen voorkomen moet
de bedrading door hittebestendige buizen worden gelegd.
LET OP!
Lees voordat u begint met inbouwen de
veiligheidsvoorschriften
handleiding.
1.5.1
Brandstoftoevoer
1
BRANDSTOFTANK
Een dieseltank moet worden gemaakt van geschikt
materiaal zoals RVS, staal of speciale kunststof. Stalen
tanks
mogen
beslist
gegalvaniseerd
of
geschilderd.
condenswater
ontstaan
temperatuurschommelingen. De tank dient voorzien te zijn
van een beluchting en een voorziening om (condens)water
af te voeren. De aanvoerleiding moet de diesel vanonder
uit de tank halen, terwijl de retourleiding bovenaan de tank
moet worden aangesloten.
Voor verschillende toepassingen geldt het voorschrift dat
ook de aanvoerleiding via de bovenkant de tank moet
binnengaan. Er moet een brandstofkraan aanwezig zijn
om de toevoer af te sluiten. Voorkomen moet worden dat
luchtbellen de brandstoftoevoer kunnen blokkeren. In geen
geval moet de retourleiding op de aanvoerleiding worden
aangesloten
2
BRANDSTOFOPVOERPOMP
De
motor
is
voorzien
brandstofopvoerpomp die de brandstof 1 m. omhoog kan
pompen,
zodat
de
brandstoftank
generatorset
kan
worden
opvoerhoogte van meer dan 1 m. nodig is, kan een extra
opvoerpomp
worden
NL / WHISPER 6/8/10 – 3000RPM / Juli 2009 / Copyright © 2009 Mastervolt
in
de
gebruikers-
niet
van
binnen
worden
In
de
tank
als
gevolg
van
een
elektrische
lager
dan
gemonteerd.
Indien
gemonteerd.
Op
bedieningsprintplaat zijn aansluitingen voor een extra
pomp.
3
BRANDSTOFLEIDINGEN
Als de brandstoftank zich boven de generatorset bevindt
(zie afbeelding 3) adviseren wij om de retourleiding boven
in de tank te laten uitkomen (A), zodat in geval van een
lekkage de tank niet via de retourleiding kan leeglopen.
Uiteraard blijft een afsluiter in de aanvoerleiding nodig
Als de tank zich beneden de generatorset bevindt (zie
afbeelding 4), adviseren wij om de retourleiding op de
bodem
van
aanvoerleiding, te laten uitkomen (A).
Voor de aanvoer en terugvoer van diesel dienen een
aparte aanvoerleiding en een retourleiding naar de
brandstoftank te worden aangelegd. Deze leidingen
moeten een buitendiameter van 8 mm hebben en dienen
gemaakt te zijn van daartoe geschikt materiaal. Om
problemen te voorkomen moeten brandstofleidingen van
verschillende gebruikers niet worden gecombineerd
Gebruik altijd geschikte koppelingen en verbindingen. Ter
kan
voorkoming van overdracht van trillingen en geluid naar
van
het leidingsysteem is de generatorset standaard uitgerust
met
flexibele
aansluitingen ten behoeve van knelkoppelingen. Vermijd
brandstofleidingen met veel bochten ter voorkoming van
luchtbellen. De door ons gebruikte brandstofslang is
conform ISO 7840 A2 en voldoet aan de CE richtlijn
pleziervaartuigen.
De kwaliteit van brandstofleidingen en koppelingen wordt
bepaald door voorschriften die afhankelijk van de
toepassing en de regelgeving in het land van gebruik
kunnen verschillen
4
BRANDSTOFFILTERS
Met de generator wordt een fijn filter meegeleverd. Een
grof filter en waterafscheider wordt aanbevolen om de
kwaliteit van de aangevoerde brandstof te verbeteren.
Voordat de generatorset voor de eerste keer gestart wordt,
de
zal het brandstofsysteem in de regel ontlucht moeten
een
worden.
Zie
gebruikershandleiding.
de
de
tank,
onder
het
niveau
leidingen
en
voorzien
hiervoor
de
aanwijzingen
INSTALLATIE
van
de
van
8
mm.
in
de
5