7 Werking
2.
Verlaag het totale vermogen van de aangesloten elektrische systemen onder
de nominale waarde.
3.
Controleer dat geen verstoppingen aanwezig zijn in de inlaten voor de
koeling en rondom de bedieningsunit. Verwijder ze indien noodzakelijk.
4.
Start de motor opnieuw nadat de controles zijn uitgevoerd.
OPMERKING: De controlelamp van de overbelasting kan enkele seconden
oplichten wanneer elektrische ladingen worden gebruikt die een grote piekstroom
behoeven, zoals compressoren, pompen of koelsystemen. Dit moet als normaal
beschouwd worden, en niet als een storing.
Controlelamp olie (rood)
Wanneer de m otorolie onder het minimum peil daalt, licht de controlelamp van de
olie op en wordt de motor automatisch stilgelegd. De motor kan niet opnieuw
gestart worden zolang het correcte oliepeil niet wordt hersteld.
OPMERKING: Als bij de start de controlelamp van de olie knippert en de motor
niet begint te draaien, moet eerst motorolie toegevoegd worden. Probeer daarna
opnieuw te starten.
OPMERKING: De generator mag enkel op genivelleerde ondergronden gebruikt
worden. Gebruik de generator NIET op instabiele of hellende ondergronden. De
bescherming van de motorolie kan per vergissing geactiveerd zijn, waardoor de
motor niet kan starten.
Uit / Aan / Choke-schakelaar
De schakelaar van de motor bedient de ontsteking. Om de generator te kunnen
starten, moet de schakelaar op "I" staan. Als de schakelaar op "O" staat, is de
motor stilgelegd en kan deze niet opnieuw gestart worden.
USB-uitgangen
De 5 VDC, 1/2.1 Amp USB-uitgang maakt het opladen van compatibele
elektronische apparaten mogelijk.
30