3 Veiligheidsvoorschriften
3.5
Veiligheid tijdens het gebruik van verbrandingsmotoren
WAARSCHUWING
Verbrandingsmotoren kunnen voornamelijk tijdens hun werking en het vullen
gevaar
veiligheidsrichtlijnen kunnen leiden tot ernstig letsel of de dood.
➢
Lees en leef alle waarschuwingen in de handleiding van de motor en
onderstaande veiligheidsinstructies altijd na.
GEVAAR
Koolstofmonoxide.
Het gebruiken van een generator in een gebouw kan BINNEN ENKELE MINUTEN
TOT DE DOOD LEIDEN. De uitlaatdampen van de generator bevatten
koolstofmonoxide (CO). Dit is een onzichtbare en geurloze giftige stof. Als de
uitlaatdampen van de generator ruikbaar zijn, dan wordt er CO ingeademd. Zelfs
al zijn er geen uitlaatdampen ruikbaar, toch kan er nog steeds CO worden
ingeademd.
WAARSCHUWING
Rook nooit en maak en verbreek nooit verbindingen bij de batterij tijdens het
opladen. Vonken kunnen het batterijgas laten ontsteken.
Operationele veiligheid
Tijdens het draaien van de motor:
▪
Houd het gebied rond de uitlaatpijp vrij van brandbare materialen.
▪
Inspecteer de brandstofleidingen en brandstoftank op lekken en barsten
voordat de motor wordt gestart. Bedien de machine niet als er barsten
waarneembaar zijn of brandstofleidingen los zitten.
Tijdens het draaien van de motor:
▪
Rook niet terwijl de machine in werking is.
▪
Gebruik de machine niet in de buurt van vonken of open vlammen.
▪
Raak de motor of de geluiddemper tijdens het draaien van de motor of kort
na het uitschakelen van de motor niet aan.
▪
Gebruik de machine niet met een losse of ontbrekende brandstofdop.
▪
Start de motor niet als er brandstof is gemorst of er een gasgeur
waarneembaar is. Breng de machine weg van de gemorste brandstof en
veeg deze weg voordat u het product start.
opleveren.
Het
negeren
van
de
waarschuwingsmeldingen
14
en