Aansluiten en configureren van toebehoren
Aansluiten en CO
sensor
2
De toestellen van de WTU-DA-EC / WTU-B-EC serie kunnen gestuurd worden door een luchtkwaliteit sensor door middel van een 0-10v
signaal. Deze dient aangesloten te worden op klem 5 (0-10v) en klem 6 (gnd).Na aansluiten dient de luchtkwaliteit sturing geactiveerd te
worden in de regelaar.
Let op: Gebruik een aparte transformator om de CO
Aansluiten kanaalsensor (aanbevolen bij toepassing van na-verwarmer)
Bij toepassing van een naverwarmer (warmwater of electrisch) dient een kanaalsensor op 1,5 meter na het verwarmingselement
toegepast te worden. De sensor dient van het type PT-1000 te zijn en wordt middels een 2 aderige kabel aangesloten op klem XX en XX.
Na aansluiten dient de temperatuursensor geactiveerd te worden in de regelaar.
Gebruik extended-run contacten
Het toestel kan middels een externe schakelaar handmatig in een bepaalde stand gezet worden. Hierbij kan er gekozen worden tussen
halve toeren en volle toeren. Het debiet in deze standen kan worden bepaald tijdens de inbedrijfstelling. Door een schakelaar met een 2
aderige kabel te verbinden met contact 31 en 32 kan er gekozen worden voor halve toeren, en door contact 29 en 30 te gebruiken voor
volle toeren. (zie bedradingsschema). Het toestel reageert in deze modi niet op CO
Aansluiten gebouw beheer systeem
Er dient een TCP/IP kabel te worden voorzien tussen de WTU-DA-EC / WTU-B-EC en de regelkast van het gebouw beheer systeem.
Communicatiemogelijkheden voor controller E28 van Regin
MOD-bus: Via TCP/IP (RJ45 aansluiting) en RS485
BAC-net: Via TCP/IP (RJ45 aansluiting) en RS485
Zie voor de meest actuele buslijst www.orcon.nl/BMS
18
sensor(en) te voeden.
2
sensoren.
2