Elektrische aansluiting
Aansluiting van het systeem
1- Snij vanuit het midden een gat door de pakking van de opening voor de kabelaansluiting.
2- Leid de kabel van de werkschakelaar door de opening voor de kabelaansluiting.
3- Sluit de hoofdvoedingskabel en de randaardekabels aan op de daarvoor bestemde aansluitklemmen.
4- Gebruik een kabelbinder om de kabels op hun plaats te houden.
5- Nadat u de kabels hebt aangesloten, isoleert u de opening voor het aansluiten van kabels om het binnendringen van
water en vervuiling te voorkomen.
Aandachtspunten bij aansluiting op het elektriciteitsnetwerk
1- Elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
2- Voordat de elektrische installatie wordt aangesloten, moet de afvoer worden aangesloten. Begin pas met de
elektrische aansluiting nadat u hebt gecontroleerd dat de isolatie in orde is.
3- Tijdens de installatie moet de technicus alle mogelijke veiligheidsmaatregelen nemen.
4- De elektrische bedrading moet worden aangelegd volgens het aangegeven bedradingsschema. In de fabriek
aangebrachte elektrische aansluitingen mogen niet worden gewijzigd.
5- De kabels die worden gebruik voor aansluiting op het elektriciteitsnetwerk moeten voldoen aan de aangegeven
standaarden en moeten verbonden zijn met een geaarde voedingsbron.
6- Tussen het netwerk en de unit moet een werkschakelaar worden aangebracht. De werkschakelaar moet worden
gekozen op basis van het totale vermogen en de totale spanning die op het naamplaatje zijn aangegeven.
7- Gebruik van een zekering voor de unit wordt aanbevolen.
Kabel Kleuren Standaard
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
14
Elektrische Eigenschap
L1 ~
L2 ~
L3 ~
Nul
Stuur Signaal 1
Stuur Signaal 2
24 VAC
24 VAC GO
24 VDC +
24 VDC -
4-20 mA / 0-10 V
NTC 10k / Pt1000...
NC / NO Droog Contact
Functie
Grijze Kabel
Bruine Kabel
Zwarte Kabel
Blauwe Kabel
Geel / groen kabel
Zwarte Kabel (230 Volt)
Rode Kabel (24 Volt)
Rode Kabel
Witte Kabel
Rood / Witte Kabel
Blauw / Witte Kabel
Gele Kabel
Oranje Kabel
Groene Kabel