Hoofdstuk 5
Bladzijde 24
5.2.2
Instellingen OTA/U-BW
INFO
Instellen van de aanslagranden
Afbeelding 11
De aanslagranden zijn goed ingesteld, wanneer de dienbladen na het instellen midden op het stapelplatform
liggen en aan elke zijkant een afstand van 5 mm tot aan de aanslagranden hebben. Naar achteren liggen de
dienbladen direct tegen de loodrechte kunststof aanslaglijst aan en voor liggen ze gelijk met de voorkant van
het platform.
Het verstelmechanisme voor de aanslagranden bevindt zich onder het stapelplatform.
Afbeelding 12 Stapelplatform (vooraanzicht)
Voor het instellen van de aanslagranden aan de zijkant als volgt te werk gaan:
§
Het apparaat voorzichtig kantelen, zodat het op de duwgrepen ligt.
§
De beide cilinderschroeven met een inbussleutel (1) losdraaien, maar niet helemaal eruit draaien.
Gebruik daarvoor een inbussleutel SW 8mm.
§
De aanslagranden aan de zijkant op de gewenste maat instellen.
§
De inbusschroeven weer vastdraaien.
Voor het instellen van de aanslagranden aan de voorkant als volgt te werk gaan:
§
De beide contramoeren (2) van de draadstift afdraaien. Gebruik daarvoor een moersleutel SW 17.
§
De draadstiften losdraaien, maar niet helemaal eruit draaien. Gebruik daarvoor een inbussleutel 5
mm.
§
De voorste aanslag tot de gewenste lengte eruit draaien.
Dienbladenstapelaar
OTA/47–36 | OTA/53–37 | OTA/58-33 | OTA/53–37 S | OTA/U-BW | OTA-E/BA-4xGN | TAG-1/53-37 | TA-2/53-37 | EBS-T/53-37
Benodigd gereedschap
Voor het veranderen van de aanslagranden van de veerkastafdekking heeft u
het volgende gereedschap nodig:
Moersleutel SW 17,
Kruisschroevendraaier mt.1,
Schroevendraaier (beitelbreedte 6-7 mm en dikte 0,8–1,0 mm)
Inbussleutel SW 5 en 8 mm,
Mes
Aanslagranden instellen
Instelling van de open dienbladenstapelaar
Bediening
4330041_A2