58
Gegevens beheren
apparaatgeheugen of beide te
selecteren voor uw contacten.
2
Selecteer
Telefoon en SIM
contacten uit beide geheugens op
te roepen. Wanneer u contacten
opslaat, worden deze opgeslagen in
het apparaatgeheugen.
Contacten beheren
Een contact zoeken
Selecteer
Menu
Namen.
Blader door de lijst met contacten of
voer de eerste letters van de naam van
het contact in.
Een naam en een telefoonnummer
opslaan
Selecteer
Menu
nieuwe
toe.
Details toevoegen of verwijderen
Selecteer een contact en
Opties
Info
toevoegen.
>
Gegevens verwijderen
Selecteer een contact en Gegevens.
Selecteer een gegeven en
Verwijderen.
om
Contacten
>
>
Contacten
Voeg
>
>
Gegevens
Opties
Een contact verwijderen
Selecteer een contact en
Verwijder
Alle contacten verwijderen
Selecteer
cont. verw.
SIM-kaart.
Contacten kopiëren of verplaatsen
tussen het SIM-kaartgeheugen en
het apparaatgeheugen
Afzonderlijke contacten kopiëren
Selecteer
Markeren. Markeer de contacten die u
wilt kopiëren of verplaatsen en
selecteer
of
Gemark.
Alle contacten kopiëren
Selecteer
kopiëren
>
Contactgroep maken
U kunt contacten ordenen in groepen
die elk hun eigen beltoon en
>
groepsafbeelding hebben.
1
Selecteer
Groepen.
Opties
contact.
Menu
Contacten
>
Uit tel.geheugen
>
Opties
Markeeropties
>
Opties
Gemark. kopiëren
>
verpltsen.
Menu
Contacten
>
of
Cont.
verplaatsn.
Menu
Contacten
>
>
Alle
>
of
Van
>
Cont.
>
>