7.8 Automatische modus uitschakelen
▶
of
indrukken.
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
7.9 Sensorgevoeligheid
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld. Reageert de
sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u de instelling
van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling: 5
¡ Laagste instelling: 0
¡ Hoogste instelling: 9
7.10 Sensorgevoeligheid instellen
1.
ca. 4 seconden ingedrukt houden tot de instelling
wordt weergegeven.
2.
Om de instelling te wijzigen,
3.
Om de instelling op te slaan,
drukt houden.
7.11 Verlichting inschakelen
De verlichting kunt u onafhankelijk van de ventilatie in-
schakelen en uitschakelen.
▶
indrukken.
7.12 AirFresh-functie inschakelen
De ventilator loopt ca. 5 minuten per uur.
▶
indrukken.
a Op het display verschijnt
7.13 AirFresh-functie uitschakelen
▶
indrukken.
7.14 NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het ventilatorge-
luid. De functie is in alle ventilatorstanden, behalve in
de stand
mogelijk.
▶
indrukken.
a De NoiseReduction-functie blijft ook na het uitscha-
kelen van het apparaat geactiveerd.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
of
indrukken.
ca. 4 seconden inge-
1
inschakelen
7.15 Geluidssignaal inschakelen
▶
en
tegelijk ca. 3 seconden indrukken tot er een
geluidssignaal klinkt.
7.16 Geluidssignaal uitschakelen
▶
en
tegelijk ca. 3 seconden indrukken tot er een
geluidssignaal klinkt.
7.17 Verzadigingsindicatie
Wanneer de vetfilters of geurfilters verzadigd zijn, knip-
peren na het uitschakelen van het apparaat de desbe-
treffende symbolen.
Reinig de verzadigde vetfilters en houd daarbij de reini-
gingsinstructies in deze handleiding aan.
Vervang het verzadigde geurfilter en houd daarbij de
instructies in de meegeleverde handleiding aan.
Houd bij regenereerbare geurfilters de instructies in de
bijgevoegde handleiding aan.
7.18 Verzadigingsindicatie terugzetten
Na het reinigen van de vetfilters of na het vervangen
van de geurfilters kan de verzadigingsindicatie worden
teruggezet.
Vereisten
¡ Na het uitschakelen van het apparaat verschijnt op
het display
voor vetfilter.
¡ Na het uitschakelen van het apparaat verschijnt op
het display
voor geurfilter.
¡ Er klinkt meermaals een signaal.
▶
indrukken.
a De verzadigingsindicatie wordt teruggezet.
7.19 Verzadigingsindicatie instellen
De verzadigingsindicatie moet afhankelijk van de ge-
bruikte filter worden ingesteld.
7.20 Verzadigingsindicatie instellen
De verzadigingsindicatie moet afhankelijk van de ge-
bruikte filter worden ingesteld.
Vereiste: Het apparaat is uitgeschakeld.
1.
Om de circulatiefunctie bij de standaard geurfilter in
te stellen
en
ingedrukt houden tot op het dis-
play
verschijnt.
2.
Om de circulatiefunctie bij de Clean Air standaard
geurfilter of Clean Air Plus geurfilter in te stellen,
en
meermaals indrukken en ingedrukt houden tot
op het display
verschijnt.
3.
Om de luchtafvoerfunctie in te stellen
maals indrukken en ingedrukt houden tot op het dis-
play
verschijnt.
De Bediening in essentie nl
en
meer-
7