De handset heeft een batterijbeheersysteem dat eerst moet
vaststellen wat de grenzen van de laadstatus van de batterij zijn
voordat het een nauwkeurig laadniveau kan aangeven.
Als de batterij is vervangen, wordt het laadniveau pas
correct weergegeven nadat de complete op- en
ontlaadcyclus is voltooid.
Wanneer de handset zich in de lader bevindt, geven de
knipperende of verlichte secties het oplaadproces en het
laadniveau aan.
Oplaadwaarschuwing
Wanneer de batterij bijna leeg is, knippert het batterijsymbool
in het display. Als het waarschuwingsgeluid van de batterij is
ingeschakeld, wordt dit geluid weergegeven (zie ook de sectie
"Waarschuwingstonen" in het hoofdstuk Menu: Opties vanaf
pagina 52).
Als u op dat moment een gesprek aan het voeren bent, hebt u
nog drie minuten gesprekstijd voordat de handset zichzelf
uitschakelt. Als geen gesprek aan het voeren bent, en de
handset bevindt zich niet in de lader, wordt "Batterij leeg" in
het display weergegeven. U kunt nu geen telefoongesprekken
meer voeren.
13