14. Zorg ervoor dat de aandrijving goed werkt door
de buitenrand van een voetplatform te grijpen en naar
achteren te draaien.
15. Inspecteer voorzichtig elke aandrijfarm en zwenkarm
(indien aanwezig) om na te gaan dat er geen zichtbare
tekenen van schade zijn, vooral barsten.
16. Inspecteer het frame om na te gaan dat het niet
beschadigd is.
17. Controleer voor model 3C, 8C, 8S en 11R de afstelling op
de interne naaf. Raadpleeg het deel Tandwielsystemen voor
meer informatie.
18. Zorg ervoor dat de ketting de juiste hoeveelheid
spanning heeft en schoon en gesmeerd is.
19. Ga na voor model 3C, 8C, 8S en 11R dat de moeren
die het achterwiel op het frame bevestigen goed zijn
aangehaald. Controleer voor de ElliptiGO® Arc dat
het achterwiel goed vastzit in de dropouts en dat de
ontgrendelingshendel goed vastzit.
20. Zorg ervoor dat de gemonteerde schoenclips (indien
aanwezig) goed zijn afgesteld voor de schoenen die u
draagt.
21. Voor het Arc model, zorg ervoor dat elk voetplatform
goed is afgesteld en goed bevestigd is. Controleer ook dat
de draaias goed werkt door het platform heen en weer te
bewegen.
22. Zorg ervoor dat u een set reserveonderdelen hebt
waaronder minstens één reservebinnenband,
gereedschap en pomp en dat ze goed aan uw of uw fiets
zijn bevestigd.
23. Controleer tenslotte nogmaals de volledige machine,
elke schroef, bout, bevestigingsmiddel en
ontgrendelsysteem om na te gaan dat niets los of
beschadigd is.
III
III