Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidschecklist voor het fietsen
Inspecteer de fiets met de volgende checklist alvorens te
fietsen:
1. Onderzoek de banden op tekenen van schade en zorg
ervoor dat ze zijn opgepompt tot de juiste druk.
2. Inspecteer het ontgrendelsysteem van het voorwiel
om na te gaan dat de naaf goed vastzit op het vork en
de ontgrendelingshendel goed is gesloten met de juiste
hoeveelheid kracht.
3. Breng met de standaard ingetrokken het voorste eind
van de fiets verscheidene centimeters van de grond en
laat het vallen. Kijk en luister naar ongewone bewegingen
of geluiden terwijl de fiets de grond raakt. Als u een
ongewoon geluid hoort, gaat u door met deze test totdat u
het probleem vindt en corrigeert.
4. Draai elk wiel om na te gaan of het goed zit en niet
tegen de remmen sleept.
5. Zorg ervoor dat de velgen niet beschadigd of
versleten zijn, dat de bovenzijde van de velgen
goed de band vastgrijpen aan de velgrand en dat de
velgremoppervlakken schoon en niet beschadigd zijn.
6. Inspecteer de spaken op de voor- en achterwielen om na
te gaan dat geen spaken ontbreken, dat ze alle licht goed
aangehaald zijn en dat ze goed uitgelijnd zijn.
7. Inspecteer de voorste en achterste remblokken om na te
gaan dat ze in goede conditie zijn en goed bevestigd zijn.
8. Activeer de voorste en achterste remhendels terwijl
u de remmen observeert om ervoor te zorgen dat ze
beide goed werken en dat elke remblok de wielrand in
de juiste positie raakt. Controleer of de remnoedel zich
in de remontgrendelingshendel bevindt en de remkabel
bovenaan de noedel zit en geen knelpunten of scherpe
bochten heeft.
9. Inspecteer grondig de stuurkolom om na te gaan dat
deze veilig is, alle onderdelen goed uitgelijnd
zijn en de ontgrendelingshendels goed bevestigd zijn. Als
de stuurkolom een veiligheidspin heeft, zorgt u ervoor dat
deze goed vastzit in het hiervoor bestemde gat. Controleer
dat het stuur goed uitgelijnd is met het voorwiel.
10. Test de handgrepen en stuuruiteinden (indien aanwezig)
op het stuur.
11. Zorg dat elke uiteinde van het stuur is afgesloten met
een vlot oppervlak.
12. Activeer de versnellingschakelaar om na te gaan of
deze vlot schakelt in beide richtingen. Voor de ElliptiGO®
Arc, zorg ervoor dat u het achterwiel opheft door de fiets
tegen de standaard te leunen en het aandrijfmechanisme te
draaien zodat u kunt schakelen.
13. Inspecteer voor model 3C, 8C, 8S en 11R de leisporten
en laad wielen om na te gaan dat er geen barsten of kerven
zijn en goed werken.
Advertenties
Inhoudsopgave
