Hoofdstuk 5
5.3 Plaatsen bedienmodule
Plaatsing bedienmodule zowel bij vraaggestuurd ventileren 2.0
op basis van tijd als bij vraaggestuurd ventileren 2.0 op basis
van Co
-waarden.
2
- Monteer de bedienmodule aan de wand op ooghoogte en op
een goed bereikbare plaats, zo mogelijk niet in direct zon-
licht.
- er dient een twee-aderige kabel van de zoneklep naar de
bedienmodule te worden aangelegd; voor aansluiten zie
par. 5.5.3
5.4 Plaatsing CO
- sensoren (alleen van toepassing bij ventilatie op basis van CO
2
- Montagepositie
Monteer de Co
-sensor(en) op de wand op hoogte van
2
ca.1,5 m; niet in de directe nabijheid van te openen ramen/
deuren.
- Minimaal 1 Co
-sensor per zone; totaal maximaal 8 Co
2
sensoren zijn er aan te sluiten; standaard 2 meegeleverd.
- nummering elke Co
-sensor (nummer 1 t/m 8) en geef
2
tevens hierop de zone aan; schrijf dit op bodemplaat Co
sensor.
Bij elk nummer van CO
witch instelling.
Voor uitgebreidere montage instructie van de Co
de handleiding welke wordt meegeleverd met de Co
Nummer
CO
- sensor
1
2
1
on
2
off
3
on
4
off
5
on
6
off
7
on
8
off
8
sensor hoort een eigen dips-
2
-sensor zie
2
-sensor.
2
Stand dipswitch
2
3
4
off
off
off
on
off
off
on
off
off
on
off
off
on
off
off
on
on
off
on
on
off
on
off
off
ON
1 2 3 4 5
Vraaggestuurd ventileren 2.0
Specifieke instellingen t.b.v. vraaggestuurd ventileren 2.0
wordt beschreven in hoofdstuk 7 ; voor uitgebreidere montage
instructie van de bedienmodule zie de handleiding welke wordt
meegeleverd met de bedienmodule.
Bepalen nummering CO
elke geplaatste Co
uniek nummer door het instellen van de dip-switches op de
achterzijde van de sensor. indien dit niet wordt gedaan is een
2
goede werking van het gehele systeem niet gegarandeerd!
-
Stand dip-switch voor nummering CO
2
5
off
off
off
off
off
off
off
off
Installeren
)
2
- sensoren
2
-sensor moet worden voorzien van een
2
-sensoren
2
ON
1 2 3 4 5
ON
1 2 3 4 5
X1
X2
X3
1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 1 2
ON
1 2 3 4 5
X4
X5