1
uitsparingen (2)
3
inkeping
WAARSCHUWING:
Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de
module te voorkomen.
4. Druk de module in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
1
uitsparingen (2)
2
borgklemmen (2) (op hun plaats geklikt)
5. Plaats de computerbehuizing terug (zie
6. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd, wordt weergegeven.
7. Meld u aan bij de computer.
Als u wilt controleren of het geheugen correct is geïnstalleerd, klikt u op de knop Start
Controleer de vermelde hoeveelheid geheugen (RAM).
Terug naar inhoudsopgave
2
lipje
4
geheugenmodule
De computerbehuizing
terugplaatsen).
® Configuratiescherm® Systeem.