De zelfaandrijving gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van
de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam;
de maaimachine richt zich automatisch naar uw
loopsnelheid (Figuur 14).
Om de zelfaandrijving uit te schakelen laat u de stang los.
Opmerking: De zelfaandrijving heeft een vaste
maximumsnelheid. Om de snelheid te verminderen,
moet u de ruimte tussen de stang voor de zelfaandrijving
en de handgreep vergroten.
De motor afzetten
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de motor af te zetten, laat u de bedieningsstang van
het maaimes los (Figuur 15).
Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat,
moeten de motor en het mes binnen 3 seconden
stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine
niet verder gebruiken en moet u contact opnemen
met een erkende Service Dealer.
Figuur 14
Figuur 15
Maaisel recyclen
Uitsluitend model 20836
Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om
maaisel en bladafval naar het gazon te recyclen.
Opmerking: De grasvanger kan op de maaimachine
blijven als u het maaisel gaat recyclen.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Druk op de knop op de hendel voor
recycling/opvangen en zet de hendel in de
recycling modus (uitsluitend model 20836)
(Figuur 16).
1. Recycling-modus
10
Figuur 16
2. Opvangmodus