Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Classificatie; Montage; Algemene Montage-Instructies; Afmetingen - schmersal FWS 2105 Bedieningshandleiding

Veiligheids- stilstandsbewaker
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheids- stilstandsbewaker

2.5 Classificatie

Voorschriften:
PL:
Categorie:
PFH:
1,0 x 10
/ h, geldt voor toepassingen tot max. 50.000
-7
schakelcycli/jaar en met max. 80 % contactlast.
SIL:
Gebruiksduur:

3. Montage

3.1 Algemene montage-instructies

De bevestiging gebeurt via snelbevestiging voor DIN rails volgens
EN 60715.

3.2 Afmetingen

Afmetingen component (H/B/D): 100 x 45 x 121 mm

4. Elektrische aansluiting

4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Schakelvoorbeelden zie bijlage
Om EMC invloeden te vermijden moeten de natuurkundige
omgevings- en bedrijfsvoorwaarden ter plaatse van
de inbouw van het product voldoen aan de paragraaf
"Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)" van IEC 60204-1.

5. Werkingsprincipe en instellingen

5.1 Werkingsprincipe na het inschakelen van de bedrijfsspanning

Na het inschakelen van de bedrijfsspanning volgt een initialisatiefase,
waarin de veiligheidsstilstandsbewaker zijn interne functies en de
toestand van de veiligheidsrelais controleert. Na deze controle worden
de ingangen van de veiligheidsstilstandsbewaker geëvalueerd.
De taktfrequentie van de aangesloten naderingsschakelaars wordt
met een vaste geprogrammeerde grensfrequentie vergeleken.
Wordt de onderste geprogrammeerde frequentie overschreden en is
minstens een naderingsschakelaar bediend, dan worden de beide
veiligheidsrelais aangestuurd en de vrijgavecontacten gesloten.
Wordt de grensfrequentie aan een van de beide cyclische ingangen
overschreden of zijn beide naderingsschakelaars niet bediend, dan
worden de veiigheidsrelais uitgeschakeld.
Indien twee naderingsschakelaars aangesloten zijn
Wordt de bovenste of onderste grensfrequentie overschreden, dan
worden de frequenties van de beide naderingsschakelaars vergeleken.
Een afwijking van meer dan 30% wordt als foutief beoordeeld en
weergegeven. De gele LED knippert (zie ISD tabel).
Ingangen
X1:
aansluiting voor naderingsschakelaar 1 (24 VDC)
X2:
aansluiting voor naderingsschakelaar 1 (cyclische ingang)
X3:
aansluiting voor naderingsschakelaar 2 (24 VDC)
X4:
aansluiting voor naderingsschakelaar 2 (cyclische ingang) of
brug met X2
X5:
aansluiting voor resetknop (24 VDC)
X6:
aansluiting voor resetknop
X8:
aansluiting voor bijkomend stilstandsignaal
"high": stilstand
"low": motor loopt
ISO 13849-1, IEC 61508
Afwijkende toepassingen op aanvraag.
geschikt voor toepassingen in SIL 2
Uitgangen
d
FWS 2105: (13/14) maakcontact voor veiligheidsfuncties
3
(vrijgavecontact)
FWS 2505: (13/14)-(23/24)-(33/34)-(43/44) maakcontact voor
veiigheidsfuncties (vrijgavecontact)
(51/52) verbreekcontact voor signaliseringsdoeleinden
20 jaar
Transistor hulpuitgangen Y1/Y2
Y1: "vrijgave", de vrijgavecontacten zijn gesloten
Y2: "storing", als de veiligheidsstilstandsbewaker een storing, dan wordt
Y2 ingeschakeld.
Resetingang
Een "high" signaal aan X6 wist alle gedetecteerde storingen van
de veiligheidsstilstandsbewaker en leidt tot de uitschakeling van de
veiligheidsrelais.
Opmerking
De bijkomende uitgangen Y1 en Y2 mogen niet in het
veiligheidscircuit geïntegreerd worden. De toevoerkabels van de beide
naderingsschakelaars (spanningstoevoer) moeten zo gelegd worden
dat bij kabelbreuk altijd slechts een naderingsschakelaar zonder
spanning valt (stervormige bedrading). Volgens ISO 13849-1, categorie
3, mag een individuele fout of storing niet tot het verlies van veiligheid
leiden.

6. Gebruik en onderhoud

6.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van de veiligheidsmodule
2. De toevoerkabel dient intact te zijn

6.2 Onderhoud

Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidsmodule geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Bevestiging van de veiligheidsmodule controleren
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
Het toestel moet volgens de Verordening op de Industriële
Veiligheid regelmatig en minstens 1 x jaar geïnspecteerd
worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

7. Demontage en afvalverwijdering

7.1 Demontage

De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

7.2 Afvalverwijdering

De veiligheidsmodule moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
FWS 2105
FWS 2505
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fws 2505

Inhoudsopgave