5
Gebruik de printer om via Wi-Fi
verbinding te maken met de camera.
●
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de printer de SSID (netwerknaam)
die op de camera wordt weergegeven
om de verbinding tot stand te brengen.
●
Vul in het wachtwoordveld op de printer
het wachtwoord in dat op de camera
wordt weergegeven.
6
Kies de printer waarmee u via Wi-Fi
verbinding wilt maken.
●
Kies de printer die u wilt gebruiken en
druk op de knop
.
●
Beelden op de geheugenkaart worden
weergegeven nadat de apparaten via
Wi-Fi verbonden zijn.
7
Selecteer een beeld om te printen.
●
Selecteer een beeld en druk op de
knop
.
●
Selecteer of specificeer de weergegeven
items en print ze vervolgens ( = 112).
Een verbinding tot stand brengen via een toegangspunt
De camera kan verbinding maken met een toegangspunt waarmee de
printer verbinding heeft, zodat u kunt printen via het toegangspunt.
Zorg dat u in de buurt van het toegangspunt bent wanneer u de apparaten
met elkaar verbindt. U moet namelijk tijdens de procedure op de
WPS-knop drukken.
1
Kies [WPS (PBC-modus)].
●
Kies menu [ ] ( = 23) > [Inst. draadloze
communicatie] > [Wi-Fi-functie] > [
●
Kies [Registreer apparaat v. verbind.] en
kies in het scherm [Wachten op verbinding]
de optie [Ander netwerk].
●
Kies [Verbind via WPS] en kies vervolgens
[WPS (PBC-modus)].
2
Druk op het toegangspunt op de
WPS-knop.
3
Kies op de camera in het scherm
[Inst. IP-adres] de optie [Autom.
instellen].
●
Er wordt nu geprobeerd om een
verbinding tot stand te brengen tussen
de camera en het toegangspunt.
4
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, gaat u verder met stap 6
bij "Via Wi-Fi verbinding maken met
printers" (= 93).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
].
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspelen
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
94