6.2 Filter (code ETFL)
Filter
Levensduur en filtercontrole Koolfilter
Gebruik en onderhoud
Envistar Top 04-21
DSET.190501.04.nl-BE
Luchtfilters in een luchtbehandelingsinstallatie moeten voorko-
men dat stof en deeltjes in het gebouw komen. Zij moeten ook
de gevoelige onderdelen van de unit, zoals wisselaars en warm-
tewisselaar, beschermen tegen vervuiling.
Het scheidingseffect kan sterk variëren afhankelijk van het filter-
type. Ook het vermogen om stof te verzamelen kan sterk ver-
schillen.
Daarom is het belangrijk om bij het vervangen een filter te ge-
bruiken van dezelfde kwaliteit en capaciteit.
Volgens de richtlijnen voor hygiëne-uitvoering VDI 6022 Deel 1:
Toevoerluchtfilters moeten klasse ePM1-50% (F7) of een hoger
scheidend vermogen hebben.
De filters zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Als de filters
verstopt raken, neemt de capaciteit van de unit af. De filters
moeten daarom worden vervangen als de drukval over het filter
hoger wordt dan de opgegeven einddrukval.
Het is belangrijk dat de unit wordt gestopt tijdens vervangen van
de filters zodat loskomend stof niet in de unit wordt gezogen. Daarom moeten
tijdens het vervangen ook de filteronderdelen worden schoongemaakt.
De werking en de levensduur van de koolstoffilters hangen af van de luchtho-
eveelheid en moleculaire dichtheid van de geurende stoffen. Dit betekent dat het
tijdsinterval voor vervangen van het filter kan variëren tussen verschillende units,
afhankelijk van de drukval tijdens bedrijf en concentratie geurende stoffen.
Units die geleverd worden met bedieningssysteem (code MX) zijn voorzien van
de besturingsfunctie voor filtercontrole, FLC (filter levenslange controle). FLC
geeft aan wanneer het tijd is voor vervangen van het koolfilter. Indicatie wordt
gegeven door een door alarm op het Climatix-display.
FLC berekent de doorgestroomde luchthoeveelheid door de koolfilters en geeft
een alarm voor filtervervangen wanneer de ingestelde waarde wordt bereikt. De
hoeveelheid doorgestroomde luchtstroom wordt gegeven in megakubieke me-
ter (Mm³). De functie houdt geen rekening met de geurconcentratie in de lucht,
waardoor de indicatie beschouwd moet worden als een aanbeveling voor het
controleren van de filterwerking. Als er geen last van geur is, hoeft u het filter
niet te vervangen.
De vooringestelde FLC-waarden zijn gebaseerd op een maximale luchthoeve-
elheid van meer dan 12 maanden volcontinu bedrijf. Indien gewenst kan de
waarde worden verlaagd;
- naar kortere intervallen voor maximale luchthoeveelheid
- onveranderd 12 maanden interval voor lagere luchthoeveelheid.
Voor het wijzigen van de waarde, zie afzonderlijke bedieningsdocumentatie Cli-
matix
Continue productontwikkeling kan leiden tot veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Pagina 33