Figuur 22
2. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de
hendel en trek aan het startkoord (Figuur 23 of Figuur
24).
Figuur 23
1. Bedieningsstang voor maaimes
Figuur 24
1. Bedieningsstang voor maaimes
Opmerking: Als de machine dan nog niet wil starten,
moet u contact opnemen met een erkende Service
Dealer.
3. Test het veiligheidssysteem van de machine; raadpleeg
Het veiligheidssysteem van de machine testen in het
onderdeel Stalling.
De zelfaandrijving gebruiken
Uitsluitend model 20995
Om de zelfaandrijving te bedienen moet u de aandrijfstang
van de zelfaandrijving (Figuur 25) inknijpen in de richting
van de hendel en vasthouden.
1. Stang voor zelfaandrijving
Om de zelfaandrijving uit te schakelen laat u de stang los.
Opmerking: De zelfaandrijving heeft een vaste
maximumsnelheid. Om de snelheid te verminderen, moet
u de ruimte tussen de stang voor de zelfaandrijving en de
handgreep vergroten.
De zelfaandrijving gebruiken
Uitsluitend model 20996
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig vooruit
met uw handen op het bovenste deel van de handgreep en
uw ellebogen naast uw lichaam. De maaimachine past zich
automatisch aan uw loopsnelheid aan (Figuur 26 en Figuur
27).
13
Figuur 25
Figuur 26