Op het display knippert A.
De gemiddelde waarde van alle in dit gebrui-
kersgeheugen opgeslagen meetwaarden
wordt weergegeven.
• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).
Op het display knippert AM.
De gemiddelde waarde van de ochtendmetin-
gen van de laatste 7 dagen wordt weergege-
ven (ochtend: 5.00 uur – 9.00 uur).
• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).
Op het display knippert PM.
De gemiddelde waarde van de avondmetin-
gen van de laatste 7 dagen wordt weergege-
ven (avond: 18.00 uur – 20.00 uur).
• Als u de betreffende geheugentoets (M1 of
M2) opnieuw indrukt, wordt op het display
de laatste afzonderlijke meting weergege-
ven (in dit voorbeeld meting 03).
• Als u de betreffende geheugentoets (M1 of M2)
opnieuw indrukt, kunt u de afzonderlijke gemeten
waarden bekijken.
• Druk op de START/STOP-toets
weer uit te schakelen.
U kunt het menu te allen tijde verlaten door op de
START/STOP-toets
om het apparaat
te drukken.
• Om het geheugen van het betreffende gebruikersge-
heugen te wissen, moet u eerst een gebruikersgeheu-
gen selecteren.
• Start het laden van de afzonderlijke gemeten waarden.
• Houd de geheugentoetsen M1/M2 allebei 5 seconden
ingedrukt.
Alle waarden van het huidige gebruikersge-
heugen worden gewist.
8. Verzenden van de gemeten waarden
Sluit uw bloeddrukmeter met behulp van de USB-kabel aan op
uw computer.
Tijdens een meting kan het verzenden van gegevens niet
worden gestart.
Op de display wordt PC weergegeven. Start het
verzenden van de gegevens via de computersoft-
ware "HealthManager". Tijdens het verzenden van
de gegevens wordt op de display een animatie
weergegeven. Als het verzenden van de gegevens
is gelukt, wordt dit zoals op afbeelding 1 weergege-
ven. Als het verzenden van de gegevens is mislukt,
wordt een foutmelding zoals op afbeelding 2 weer-
gegeven. In dit geval onderbreekt u de verbinding
met de computer en start u de gegevensoverdracht
nogmaals.
13
Afb. 1
Afb. 2