controles.voorafgaande.
aan.het.gebruik
Voor aanvang van de rit moet het vol-
gende te worden gecontroleerd:
☞
de acculaadtoestand,
☞
de ingestelde voorselectie van de
vooraf
selecteerbare
snelheid.
– Daarvoor telkens de handleiding
< Bedieningsmodule > in acht ne-
men.
Opladen.van.de.accu
☞
Voor de acculaadprocedure de
handleiding van de acculader in
acht nemen.
1. De elektrische rolstoel vergrende-
len.
☞
Daarvoor het hoofdstuk < Elek-
trische rolstoel vergrendelen >
in acht nemen.
2. De stekker van de lader in de accu-
laadbus van de bedieningsmodule
steken (1).
. Let.op:
!
Geen andere voorwerpen dan de
laadstekker in het laadcontact ste-
ken.
– Gevaar van kortsluiting!
3. De acculader inschakelen resp. de
stekker van de acculader in een
overeenkomstig stopcontact ste-
ken.
– Het laden begint.
☞
De laadprocedure loopt alleen met
intacte accu-/hoofdzekering (2)!
4. Wanneer de laadcyclus voltooid de
stekker van de acculader uit het
18
maximale
2
stopcontact halen en de laadstek-
ker uit het laadcontact van de accu
halen.
1