Inbedrijfname
1
Klep 1
2
Klep 2
x
Kleppen 3 tot 6
3
Overloopreservoir met niveaubewaking11
4
Uitgangen
5
Circuitpomp
6
Laboratoriummonster
7
Alkalisatiereagens
Aansluiten mediumtoevoerpunten
De analyzer kan maximaal 6 mediumtoevoerpunten hebben, afhankelijk van de uitvoering
van het instrument.
Gebruik slangen die voldoen aan de volgende specificaties:
• Flexibele slang van tenminste 200 mm (7,87 in) lengte
• PE of PTFE slang met gedefinieerde buitendiameter van 6 mm (0,24 in), (niet
meegeleverd)
‣
Gebruik een in serie gemonteerde bovenstroomse klep (niet meegeleverd), begrens de
monsterstroom tot maximaal 15 l/h (3,96 gal/h). De overloopklep die is geïntegreerd in de
monsterconditioneringseenheid regelt de druk van de monsterstroom op circa 0,8 bar
(11,6 psi). De maximale voedingsdruk is 5 bar (72,5 psi).
Plaats de monsterslang in de aansluiting op het filterhuis en bevestig deze via de
snelkoppeling.
1
Uitlaat van overloopklep
2
Aansluiting monsterslang
3
Regelventiel (instellen van de monsterhoeveelheid om een gelijkmatige monsteroverloop te
waarborgen)
24
8
Alkalisatiepomp
9
Standaardoplossing
10
Pomp standaardoplossing
pH-elektrode
12
Natriumelektrode
13
Alkalisatiereservoir
14
Uitgang
15
Voedingsreservoir voor standaardoplossing (voor
kalibratie)
1
2
CA76NA
3
A0033340
Endress+Hauser