Anleitung_TCTS_1701_EX_NL__ 22.04.13 09:45 Seite 18
NL
Bewaar niet gebruikt elektrisch materieel
n
buiten bereik van kinderen. Laat het toestel
niet door personen gebruiken die met dit
toestel niet vertrouwd zijn of deze
instructies niet hebben gelezen. Elektrisch
materieel is gevaarlijk als het door
onervaren personen wordt gebruikt.
Hou uw snijgereedschap scherp en
n
schoon.
Zorgvuldig onderhouden snijgereedschap
met scherpe snijkanten gaat minder vaak
klem gaan zitten en is gemakkelijker te
leiden.
Als de netkabel van het elektrische
n
materieel beschadigd is, dient die door een
speciaal vervaardigde netkabel te worden
vervangen die verkrijgbaar is via de
organisatie van de dienst na verkoop.
Laat uw toestel enkel door gekwalificeerd
n
vakpersoneel en enkel met originele
wisselstukken herstellen. Zodoende is
verzekerd dat de veiligheid van het toestel
blijft behouden.
De machine moet worden opgesteld zodat
n
ze veilig staat.
Vóór inbedrijfstelling moeten alle
n
afdekkingen en veiligheidsinrichtingen naar
behoren zijn gemonteerd.
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
n
Bij reeds bewerkt hout op vreemde
n
voorwerpen letten zoals b.v. nagels of
schroeven etc.
Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar indrukt
n
dient u zich ervan te vergewissen dat het
zaagblad correct is gemonteerd en
bewegelijke onderdelen gemakkelijk
bewegen.
Neem de aanwijzingen voor het smeren en
n
het verwisselen van gereedschap in acht.
De handgrepen dienen droog en vrij van olie
n
en vet te worden gehouden.
De schuifstok of de handgreep voor een
n
schuifstok moet bij niet-gebruik steeds aan
de machine worden bewaard.
Bij het transporteren van de machine enkel
n
de transportinrichting gebruiken.
Tijdens het transport moet het bovenste
n
gedeelte van het zaagblad afgedekt zijn, b.v.
door de beschermkap.
18
Veiligheidsinstructies voor de omgang met
zaagbladen
1.
Gereedschap mag alleen worden gebruikt
door opgeleide en ervaren personen die
met het omgaan met gereedschap
vertrouwd zijn.
2.
Het op het gereedschap vermelde
maximum toerental mag niet worden
overschreden.
3.
Gescheurde of beschadigde
cirkelzaagbladen mogen niet worden
gebruikt. Reparaties zijn niet toegestaan.
4.
Gereedschap en het lichaam van
gereedschap moeten zodanig worden
opgespannen dat ze tijdens het gebruik
niet los kunnen komen.
5.
Bij de montage van het gereedschap dient
men ervoor te zorgen dat het opspannen
op de gereedschapsnaaf met het oog op
het spanvlak van het gereedschap gebeurt
en dat de lemmeten niet onderling of met
de spanelementen in contact komen.
6.
Bevestigingsschroeven en -moeren dienen
met het aanspankoppel aangegeven door
de fabrikant te worden aangehaald mits
gebruikmaking van een gepaste sleutel
enz.
7.
Het gebruik van slaggereedschap of
verlengstukken voor de sleutel voor het
vastdraaien is niet toegestaan.
8.
De spanvlakken moeten vrij zijn van
vervuilingen, olie en water!
9.
Gelieve de opgaven van de fabrikant voor
het aanspannen van de spanschroeven in
acht te nemen. Als hierover geen
informatie beschikbaar is, dan moeten de
spanschroeven van het midden naar
buiten worden aangedraaid.
10. Lichtmetaallegeringen mogen alleen met
oplosmiddelen worden ontharst die geen
afbreuk doen aan de mechanische
eigenschappen van deze materialen.
11. Het gebruik van losse reductieringen of -
bussen voor het reduceren van boorgaten
bij cirkelzaagbladen is niet toegestaan. Het
gebruik van vast aangebrachte, b.v.
ingeperste of door hechtverbinding
vastgehouden ringen in cirkelzaagbladen
of van flensbussen bij ander gereedschap