8.4 Verplaatsing
Het wordt aanbevolen het filter te verplaatsen met daarvoor geschikte middelen met het juiste draagvermogen (heftruck, hijskraan, brugkraan, enz.).
8.5 Afvoer van verpakkingen
Houd u bij de afvoer van de verschillende verpakkingsonderdelen aan de geldende wet- en regelgeving.
9 Installatie
Let er bij het tot stand brengen van de hydraulische aansluitingen op dat de schroefdraden mechanisch niet worden overbelast. Dit om na verloop
van tijd het optreden van lekkages met schade of letsel als gevolg te vermijden. Zorg ervoor dat alle aansluitingen waterdicht zijn.
Watertemperaturen boven 50 °C kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. Neem tijdens de installatie, de inwerkingstelling en het
onderhoud van het toestel de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, zodat dergelijke temperaturen geen letsel toebrengen aan personen.
Als het toestel wordt gecombineerd met andere onderdelen van het systeem, moet rekening worden gehouden met de werkingskenmerken
van beide. Een eventuele onjuiste combinatie zou het functioneren van het toestel en/of de installatie kunnen schaden.
Het filter moet in een afgesloten en droge ruimte worden geïnstalleerd, beschermd tegen atmosferische invloeden. Het moet in een
stabiele positie worden geplaatst. De vloer moet stevig en waterpas zijn. Bij de plaatsing moet de installateur voldoende ruimte rondom het filter
aanhouden, zodat het vanaf alle kanten goed toegankelijk is.
Het vuilafscheidingsfilter mag niet geïnstalleerd worden in zones die volgens de ATEX-norm (richtlijn 2014/34/EU) verboden zijn.
Houd u aan de wettelijke bepalingen bij de beoordeling hiervan.
Indien niet aan de voorwaarden voor de installatie en de inwerkingstelling wordt voldaan, kan dat tot grote risico's voor de gebruiker leiden.
LET OP:
• stel het toestel en kabels niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen;
• om eventuele resttrillingen door stromend water tot een minimum te beperken, moeten debietwaarden worden aangehouden die
passen bij het gebruik en moeten vaste leidingen worden toegepast waarin geen onderbrekingen of obstakels zitten die de stroming
kunnen belemmeren;
• controleer of de bevestigingsklemmen van de temperatuur- en druksensoren op de juiste wijze zijn geplaatst. Verwijder deze nooit;
• open de aftapkraan niet handmatig;
• controleer of de isolatie goed geplaatst is en dicht is;
• controleer de klemmen van de sensoren en de sensoren zelf;
• tijdens de werking mogen draadkoppelingen en dichtingen nooit worden verwijderd of losgedraaid.
Gebruik bij het ophijsen banden die aan de norm voldoen. Deze moeten worden
aangebracht zoals in de hiernaast getoonde afbeelding te zien is. Let erop dat de
banden altijd strak worden gehouden, zodat zij niet van het filter afglijden. Houd het
filter bovendien altijd evenwijdig aan de grond.
Het toestel mag alleen verplaatst worden als het helemaal leeg is. Eventueel aanwezige
vloeistoffen kunnen weglekken of het zwaartepunt van het filter tijdens de verplaatsing
veranderen. Daardoor kunnen situaties ontstaan die tot zelfs ernstige schade of ernstig
letsel kunnen leiden.
Het toestel heeft een indicatief leeggewicht van 50 kg. De verplaatsing ervan moet
volgens de veiligheidsnormen plaatsvinden.
Tijdens de verplaatsing en wanneer het toestel tijdelijk wordt opgeslagen zonder het
houten plateau, moeten alle voorzorgsmaatregelen worden getroffen om te voorkomen
dat het valt of omvalt.
Tijdens de installatie kan de hoogte van het toestel vanaf de grond worden afgesteld door de
schroeven in de gaten te steken die met de gewenste hoogte overeenkomen. Doe dit terwijl het
toestel met een geschikt middel omhoog wordt gehouden, zodat veilig kan worden gewerkt en
schade en letsel worden voorkomen. Bevestig de schroeven van de poten goed en draai de
moeren vast met een koppel van 25 Nm.
Het toestel moet horizontaal geïnstalleerd worden en stevig aan de vloer worden bevestigd met
passende bevestigingssystemen die in de gaten (Ø 12 mm) onderaan de poten moeten worden
aangebracht.
12