(incl. versterkers) die hitte produceren. 10. Stroomvoorziening - De FREQ 5 Strobe mag alleen worden aangesloten op een stroomvoorziening zoals aangegeven in de gebruikershandleiding of op het apparaat. Sluit het apparaat nooit aan op een dimmer.
FREQ 5 Strobe Installatie Stroomvoorziening: De FREQ 5 Strobe is uitgevoerd met een elektronische ballast die zich automatisch instelt op de juiste netspanning wanneer de FREQ 5 op de netspanning wordt aangesloten. Met deze elektronische ballast kan het apparaat overal direct worden aangesloten en worden gebruikt, ongeacht de hoogte van de netspanning.
Pagina 6
De FREQ 5 kan via het DMX-512 protocol gestuurd worden. De FREQ 5 heeft 4 DMX kanaal modi. Het DMX adres wordt elektronisch ingevoerd op het achterpaneel van de FREQ 5 Strobe. Zowel het apparaat als de DMX controller moeten een 3-polige XLR connector voor data-ingang en data-uitgang hebben (zie fig.
Pagina 7
XLR connector aangesloten van het laatste apparaat in de DMX keten en dient als eindstop van het circuit. Het gebruik van een afsluitweerstand (ADJ onderdeel nummer 392128) verkleint de kans op storingen. (Zie Fig. Een afsluitweerstand verkleint de kans op signaalstoringen en voorkomt interferentie- en signaaloverdrachtproblemen.
Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders persoonlijke wensen toegesneden programma’s worden gecreëerd. 1. De FREQ 5 Strobe heeft 4 DMX kanaal modi: een 1-kanaal modus, een 2-kanaal modus, een 5 kanaal modus en een 7-kanaal DMX modus. Zie de tabellen op pagina 12 en 13 voor gedetailleerde beschrijving van de DMX kenmerken.