5.3.4. Mechanisch
•
Gebruik geen op petroleum gebaseerde smeermiddelen zoals vaseline, oliën of op koolwaterstof
gebaseerde smeermiddelen. Gebruik alleen 100% siliconen smeermiddelen;
•
Alle kunststof aansluitingen moeten met de hand worden vastgedraaid. PTFE (loodgieterstape) mag
worden gebruikt bij aansluitingen die geen o-ring hebben. Gebruik geen tang of waterpomptang;
•
Bestaand loodgieterswerk moet in goede staat zijn en mag geen kalkaanslag hebben. In geval van
twijfel verdient het de voorkeur om dit te vervangen;
•
Alle loodgieterswerk moet worden uitgevoerd volgens lokale voorschriften en zonder trek- en
buigspanningen worden gemonteerd;
•
Solderen bij de afvoerleiding moet worden uitgevoerd voordat de afvoerleiding op de klep wordt
aangesloten. Overmatige warmte veroorzaakt interne schade aan de klep;
•
Gebruik geen loodhoudend soldeertin voor soldeerverbindingen;
•
De stijgbuis moet op 5,7 mm onder de bovenkant van de druktank worden afgezaagd. Schuin de
stootrand iets af om beschadiging van de dichtingsring bij het monteren van de klep te voorkomen;
•
De afvoerleiding moet minimaal een diameter van 12,7 mm (½") hebben. Gebruik een leiding van 19
mm (¾") als het terugspoelingsdebiet groter is dan 26,5 lpm of als de leidinglengte groter is dan 6 m;
•
Laat het gewicht van het systeem niet rusten op de klepfittingen, het loodgieterswerk of de bypass;
•
Het wordt niet aanbevolen om afdichtmiddel op de schroefdraad te gebruiken. Gebruik PTFE
(loodgieterstape) op de schroefdraad van de afvoerelleboog en ander NPT/BSP schroefdraad;
•
De installatie van een voorfilter wordt altijd aanbevolen (100μ nominaal);
•
De klepingang en -uitgang moeten worden aangesloten op de hoofdleidingen via flexibele buizen.
5.4.
Integratiebeperkingen
De locatie van een waterbehandelingssysteem is belangrijk. De volgende condities zijn vereist:
•
Vlak en stevig horizontaal platform of vloer;
•
Ruimte voor toegang tot de apparatuur voor onderhoud en om pekel (zout) toe te voegen aan de
druktank;
•
Constante elektrische voeding om de controller te bedienen;
•
Totale minimum leidingafstand naar waterverwarmer 3 m om terugstroming van heet water in het
systeem te voorkomen;
•
Installeer altijd een terugslagklep vóór de waterverwarmer om de ontharder te beschermen tegen
terugstromend heet water;
•
Lokale afvoer zo dichtbij mogelijk;
•
Waterleidingaansluitingen met afsluit- of bypasskleppen;
•
Alle lokale en nationale voorschriften voor de installatieplaats in acht nemen;
•
De klep is ontworpen voor kleine foutieve uitlijningen van het loodgieterswerk. Laat het gewicht van het
systeem niet op het loodgieterswerk rusten;
•
Zorg ervoor dat alle gesoldeerde leidingen volledig zijn afgekoeld alvorens kunststof kleppen aan het
loodgieterswerk te bevestigen.
Ref. MKT-IM-030 / A - 26.04.2018
Installatiehandleiding Fleck 2850 - SXT - Installatie
39 / 106