Slechts één gietprogramma kan tegelijk actief zijn. Als meerdere gietprogramma's
tegelijkertijd afgehandeld moeten worden, dan laat de computer deze programma's
wachten totdat het actieve programma klaar is met doseren. Als een gietprogramma
actief is, kan wel gelijktijdig geneveld worden.
1.5
Startmogelijkheden
De watergift kan op verschillende manieren gestart en gestopt worden. Per
kraangroep kunt u: een handbediende start, zes tijdstarts, twee cyclische starts, een
contactstart en een stralingsstart instellen.
Handstart: Start een kraangroep handbediend.
Tijdstart: Start op een vastgesteld tijdstip van de dag of op een bepaald tijdstip
van de week.
Alternatieve tijdstart: Start een kraangroep eenmalig op een ingestelde tijd of
met intervallen van één of meer dagen.
Cyclische start: Start met regelmatige tussenpozen. Voor twee perioden per
dag is hierbij afzonderlijk een pauzetijd instelbaar.
Stralingsstart: Start op het moment dat de stralingssom, die u heeft ingesteld,
is bereikt.
Contactstart: Start als een contact wordt gesignaleerd, bijvoorbeeld: afkomstig
van een niveausensor of een vochtvoeler.
Nachtvorstberegening start: Start de kraangroep bij het onderschrijden van de
ingestelde nachtvorsttemperatuur.
Wanneer er een kraangroep niet kan starten, omdat een andere kraangroep actief is,
zal deze kraangroep in de wachtrij geplaatst worden. Wanneer er een
startvoorwaarde geldig is van een kraangroep die al actief is, zal deze niet in de
wachtrij geplaatst worden (met als uitzondering de handstart).
1.6
Regeling EC en pH
De EC en pH kunnen door de computer geregeld worden met een EC- en pH-module.
Hiermee kunt u de gewenste EC- en pH-waarde voor elke kraangroep instellen. De
EC-waarde waarmee wordt gedoseerd, kan onder invloed van de straling verlaagd of
verhoogd worden. Als de unit over een tweede EC- en pH-sensor beschikt, dan
worden deze sensors voor de bewaking van de EC en pH gebruikt. Ook is het mogelijk
de EC van het aanvoerwater te meten (in plaats van bewaking) en deze waarde in het
regelprogramma te gebruiken. De unit kan voeding uit meerdere voedingsbakken
betrekken. Tijdens het doseren worden de doseerkleppen in de opgegeven verhouding
aangestuurd.
1.7
Watergift
De hoeveelheid water per gietbeurt kan ingesteld worden op basis van tijd of op basis
van het aantal liters (als een doorstromingsmeter aanwezig is).
Het voor- of naspoelen van het gewas wordt ingesteld als het aantal liters dat moet
worden gespoeld of als de tijd die het spoelen mag duren.
8
Aqua CX300