Inhoudsopgave
Advertenties
Kies de kraangroep waaraan de kranen moeten worden toegewezen.
Kies het doseerprogramma voor de kraangroep.
De optie 'Ontkoppelen programma' ontkoppelt het geselecteerde programma
van de kraangroep.
Aan elke kraangroep kan één programma met instellingen worden gekoppeld.
Als een reeds gekoppeld programma voor een andere kraangroep gewenst is,
moet het programma eerst ontkoppeld worden. Kies de laatste optie:
Ontkoppelen programma.
Rechts in het overzicht staat de naam van de kraangroep die aan een
programma is gekoppeld.
Als een programma is gekozen, dan zal na het indrukken van de <E>-toets de
koppeling tot stand worden gebracht.
Met Programma- en groepsnamen kunt u G01, P01, enzovoort, wijzigen in door
u gewenste namen.
3.5
Kranen <de>activeren
01
11
Pad: Kranen (de)activeren
Met behulp van de toets 'Kraanmenu' wordt dit menu direct gestart.
Gebruik de pijltjestoetsen om de cursor te verplaatsen naar de gewenste kraan.
Met behulp van de toets 'Kranen (de)activeren' kan de kraan vervolgens
geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Bevestig de keuze met de OK toets.
Rechts naast het scherm wordt vermeld aan welke groep de kraan is toegewezen. Een
actieve kraan kan alleen watergeven als deze is gekoppeld aan een kraangroep. Als
een kraan aan twee groepen is gekoppeld, dan geldt het (de)activeren voor beide
groepen. Zie ook: "Kranen aan groep koppelen" op pagina 17.
02
03
04
12
13
14
Aqua CX300
05
06
07
15
16
17
08
09
10
18
19
20
61
Advertenties
Inhoudsopgave
